Vroege of late puberteit

Meestal begint de puberteit rond je 11e (bij meisjes) en 13e (bij jongens), maar als je NF1 hebt kan de puberteit ook eerder of later beginnen.

Vroege puberteit

Een vroege puberteit (pubertas praecox) begint bij meisjes voor hun achtste jaar, bij jongens voor hun negende jaar. De meisjes krijgen dan borstgroei en bij jongens gaan de zaadballen en/of penis harder groeien. Je kunt daarbij ook een groeispurt hebben. Te vroeg in de puberteit komen heeft gevolgen voor je lengtegroei. Meestal blijf je kleiner dan anderen. Als je te vroeg in de puberteit komt, kan dat komen door NF1, maar ook door een tumor van de oogzenuw (opticusglioom). Je oogzenuw loopt vlak langs je hypofyse en ligt dicht bij het gebied van je hypothalamus. Als de tumor daarop drukt, heeft dat gevolgen voor je hormoonproductie. Je hypofyse gaat dan de hormonen LH en FSH aanmaken die je geslachtsklieren stimuleren tot het aanmaken van geslachtshormonen. Bij meisjes zijn dat oestrogeen en progesteron en bij jongens is dat testosteron.

Als je vervroegd in de puberteit komt, ben je op dat moment vaak langer dan je leeftijdsgenoten. Maar zonder behandeling ben je op volwassen leeftijd kleiner omdat je groeischijven eerder sluiten.

Late puberteit

Met NF1 kun je ook later in de puberteit komen (pubertas tarda). Meisjes hebben dan met dertien jaar nog weinig borstontwikkeling en op hun vijftiende zijn ze nog niet ongesteld. Jongens hebben op hun veertiende nog kleine zaadballen, weinig beharing, geen zware stem en geen lengtegroei. Het kan dan fijn zijn om op te trekken met kinderen die jonger zijn en qua ontwikkeling beter bij je passen.