Hoofdpijn bij kinderen
Dr. Zwany Metting is kinderneuroloog en neuroloog in het Ommelander Ziekenhuis Groningen. Zij ziet zowel kinderen als volwassenen met neurologische problemen. Ze krijgt kinderen doorverwezen met allerhande problemen, waarvan hoofdpijn een voornaam deel uitmaakt.
Wat is jouw definitie van hoofdpijn?
Ik denk dat het woord hoofdpijn de definitie meteen omvat, namelijk ‘pijn in het hoofd’. Het is dan ook meteen een heel brede definitie. De pijn kan meer of minder zijn, mild of onhoudbaar, stekend, zeurend, drukkend of bonzend. De hersenen zelf geven geen pijnklachten, maar het zijn andere structuren in en rondom het hoofd, zoals de bloedvaten, hersenvliezen bijholtes of spieren die pijn geven.
Hoeveel kinderen, jongeren en jongvolwassenen zie jij met hoofdpijn?
Per jaar ongeveer tussen de tweehonderd en driehonderd patiënten. In ons ziekenhuis hebben we een multidisciplinaire hoofdpijnstraat voor kinderen. Daar zien we vooral kinderen die doorverwezen worden met reeds langdurige hoofdpijn waarbij mogelijk meerdere factoren een rol spelen. Ik zie de kinderen samen met de kinderarts, de medisch psycholoog en de kinderfysiotherapeut in een zogenaamde carrousel. De kinderen circuleren dan in één ochtend langs de verschillende behandelaars. Het mooie daarvan is dat we dan aan het einde van de ochtend vaak een goed idee hebben over de hoofdpijn: wat is de oorzaak, wat voor soort hoofdpijn is het, wat zijn bijkomende of onderhoudende factoren? Daarna kunnen we een goed beleid maken wat betreft behandeling, begeleiding of eventueel verdere diagnostiek. Deze hoofdpijnstraat hebben we één keer per maand.
Welke kinderen zien jullie in deze hoofdpijnstraat?
Maar een klein deel van de doorverwezen kinderen met hoofdpijn, drie à vier kinderen per maand. We selecteren ze op basis van de klachten die de huisarts omschrijft, bijvoorbeeld kinderen met veel schooluitval, bijkomende lichamelijke problemen en/of psychosociale problematiek. Ook worden de kinderen verwezen door een kinderarts van het Ommelander Ziekenhuis Groningen of vanuit een anders ziekenhuis uit de regio.
Waarom behandelt de huisarts die hoofdpijnklachten niet?
De huisarts ziet wel degelijk kinderen met hoofdpijn, maar overlegt of verwijst laagdrempelig door, en dat is ook goed. Kinderen kunnen hun hoofdpijn vaak moeilijker uitleggen, en er zijn ook meer zorgen over. Als het type hoofdpijn niet duidelijk is, als de hoofdpijn niet goed reageert op eenvoudige pijnstillers of als er wordt overwogen, bijvoorbeeld bij migraine, om meer medicatie te geven, dan is ook het advies om te overleggen of door te verwijzen naar de kinderarts of kinderneuroloog. Dit is in overeenstemming met de NHG (Nederlandse Huisartsen Genootschap) standaard.
Waar let je op en vraag je naar bij het onderzoek?
Meer algemene vragen zijn: hoe vaak heb je het, waar zit het, hoe voelt het, hoe erg is het (pijnscore), komt het in aanvallen of zit het er de hele tijd? Ook vraag ik of het verergert bij bepaalde houdingen, activiteit of bij drukverhogende momenten zoals hoesten of niezen. Een andere belangrijke vraag is: wat doe je als je de hoofdpijn hebt? En of er meer verschijnselen zijn bij de hoofdpijn, zoals overgevoeligheid voor licht en geluid, of er klachten zijn als misselijkheid of overgeven. Ook vragen we naar andere verschijnselen, zoals een rood of tranend oog of een loopneus. En naar andere neurologische klachten, zoals problemen met de armen of benen of met het zien. En ook een belangrijke vraag: gebruik je pijnstillers? Zo ja, hoeveel?
Met behulp van allerlei vragen probeer je te achterhalen waardoor de hoofdpijn komt en/of wat voor type hoofdpijn het is.
Heb je ook vragen voor de ouders?
De vragen die ik aan een kind stel kunnen ook aan ouders gesteld worden, helemaal als het kindje nog jong is. Kinderen, maar ook ouders, vraag ik ook naar de hele context om de hoofdpijn heen, zoals schoolfactoren, hoe gaat dat, is het leuk, wordt een kind gepest, zit het goed op niveau? Wordt het overvraagd of juist ondervraagd? Hoe gaat het buiten school, hoe gaat het thuis, eten, drinken, cafeïnegebruik, slaappatroon? Verder naar de ziektegeschiedenis, is er bijvoorbeeld sprake geweest van een trauma?
En als kinderen heel jong zijn?
Eén van de meest informatieve vragen aan kinderen met hoofdpijn, zeker bij jonge kinderen, is wat ze doen als ze hoofdpijn hebben. Kunnen ze bijvoorbeeld blijven spelen of sporten. Bij migraine lukt dat vaak niet, maar bij spanningshoofdpijn wel. Daar zit al een onderscheid dat een kind zelf vaak goed aan kan geven. Jonge kinderen kun je ook vragen de hoofdpijn te tekenen. In Zweden is de effectiviteit daarvan onderzocht: de ene kinderneuroloog kwam met vragen tot de diagnose migraine en de andere kinderneuroloog liet het kind tekenen, de overeenkomst hiertussen was 90%, dus dat is ook nog een optie.
Zo te horen is het een heel uitgebreide anamnese?
Die is inderdaad uitgebreid, er zijn veel mogelijk bijkomende factoren.
Wordt er nog aanvullend onderzoek gedaan?
Naast de anamnese wordt lichamelijk en neurologisch onderzoek verricht. Met al deze informatie zoeken we uit om welke hoofdpijn het gaat. Is het een primaire hoofdpijn zoals typische spanningshoofdpijn of migraine. Of is het een secundaire hoofdpijn, dan wordt de hoofdpijn door iets anders veroorzaakt. Primaire hoofdpijn komt veel vaker voor. Ernstige oorzaken van een secundaire hoofdpijn, zoals een hersentumor, zijn zeldzaam, maar daar zijn wel vaak zorgen over. We vragen dan ook alarmsymptomen uit, zoals: is er achteruitgang in de leerprestaties op school, verandert het karakter, wordt het kind wakker met de hoofdpijn, is er last van ochtendbraken, is er sprake van neurologische uitval, epilepsie en progressieve hoofdpijn? De kinderarts vraagt ook naar obstipatie, allergie, neusverstopping of astmatische lachten. Op basis van al die gegevens bepalen we of het een primaire of een secundaire hoofdpijn is, en of er een indicatie is om verder aanvullend onderzoek te doen.
Waar denk je aan bij secundaire hoofdpijn?
Bij secundaire hoofdpijn is er vooral angst voor een hersentumor, maar dat is gelukkig heel zeldzaam. Andere oorzaken van secundaire hoofdpijn, waar we zeker aan denken, zijn benigne intracraniële hypertensie (verhoogde druk in de hersenen, dit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door overgewicht), medicatieovergebruik, hersenvliesontsteking, hersenbloeding of een bijholteontsteking.
Vanaf welke leeftijd kan een kind zelf de hoofdpijn benoemen?
Afhankelijk van het kind en ontwikkelingsniveau ongeveer vanaf een jaar of vijf, sommige kinderen zeker ook jonger. Vanaf zes jaar lukt het meestal wel goed.
Je ziet ook jongvolwassenen met hoofdpijn. Zijn er dan verschillen waar je aan moet denken?
Clusterhoofdpijn bijvoorbeeld, dat is heel ernstige eenzijdige hoofdpijn met autonome verschijnselen zoals een rood en tranend oog. Dat zie je heel weinig bij jonge kinderen, bij jongvolwassenen zie je het meer. Migraine op kinderleeftijd kan zich anders uiten bij (jong)volwassenen. Bij hen is het een eenzijdige hoofdpijn, jongere kinderen wijzen vaak naar hun voorhoofd, en een aanval kan veel korter duren. Bij heel jonge kinderen zien we ook voorvormen van migraine, zoals koliekpijnen of abdominale (in de buik) migraine. Dat zien we niet op volwassen leeftijd.
Na een trauma of hersenletsel, is hoofdpijn dan de eerste klacht?
Na een (licht) traumatisch hersenletsel is hoofdpijn een van de meest voorkomende klachten, zeker de eerste dagen tot weken na het ongeluk. Dit kan door de impact zelf komen, maar als de hoofdpijn langdurig aanwezig blijft, is het vaak in combinatie met andere klachten, zoals verminderde concentratie, moeite om je aandacht erbij houden of te verdelen.
Hoe ontstaat hoofdpijn?
Zoals gezegd, hoofdpijn ontstaat niet door pijn in de hersenen maar door de structuren daaromheen: de bloedvaten, hersenvliezen, spieren, bijholtes. Van migraine weten we het meeste, van type spanningshoofdpijn weten we minder goed waarom je het hebt, en dat laatste geldt ook voor clusterhoofdpijn. Bij spanningshoofdpijn kunnen meer factoren een rol spelen, zoals gespannen spieren in de nek en schouders door een verkeerde houding. Ook psychosociale problemen, slaaptekort, vermoeidheid en/of medicatieovergebruik kunnen meespelen.
En migraine?
Bij het ontstaan van migraine spelen meerdere factoren een rol. Het kan beginnen met prikkeling van een zenuw, de vijfde hersenzenuw (nervus trigeminus). Vervolgens ontstaat er een soort overprikkeling van je hersenen zelf, dat begint vaak achterin de hersenen en verspreidt zich dan verder naar voren. Migraine kan beginnen met auraverschijnselen (visuele klachten), dat komt omdat achter in je hersenen de visuele hersenschors zit. Ook is er toegenomen bloedstroming in de bloedvaten rondom de hersenen. En dan is er nog het vrijkomen van bepaalde eiwitten. De laatste jaren is daar het meeste over te doen. Eén van die eiwitten is CGRP (calcitonin gene-related peptide). Daarnaast kan er een genetische gevoeligheid zijn.
Wat is de behandeling van migraine?
In eerste instantie is het belangrijk om goede uitleg te geven, en leefstijladviezen. Een hoofdpijndagboek kan gebruikt worden om de ernst en frequentie van de aanvallen duidelijk te krijgen. Dit dagboek kan ook inzichtelijk maken of er sprake is van medicatieovergebruik.
De eerste stap van aanvalsbehandeling van migraine bestaat uit pijnmedicatie, eerst de meer algemene medicijnen zoals paracetamol en/of ibuprofen. Dit kan eventueel gecombineerd worden met een medicijn tegen misselijkheid. Als deze pijnmedicatie onvoldoende werkt, kan gekozen worden voor een triptaan (zoals rizatriptan smelttablet of sumatriptan neusspray).
Als de migraine vaak (> 2 aanvallen per maand gedurende minstens enkele maanden) voorkomt en/of de aanvallen een lange duur hebben en/of zeer ernstig zijn, dan kan profylaxe overwogen worden. Dit is medicatie die je dan iedere dag gebruikt met als doel de aanvalsfrequentie te verminderen. De eerste keus is propanolol. Daarnaast zijn er nog andere medicijnen die als profylaxe voorgeschreven kunnen worden. Voor volwassenen is een remmer (antilichaam) tegen het eiwit CGRP of tegen de receptor daarvan ontwikkeld, maar dat medicijn wordt (nog) niet toegepast bij kinderen.
Is er ook iets over voeding te zeggen in relatie tot hoofdpijn en migraine?
Die relatie is moeilijk te bewijzen. We denken wel dat je met te veel cafeïne (in bijvoorbeeld koffie cola, ice tea en energiedrankjes) moet oppassen. En te weinig water drinken kan hoofdpijn geven. Vaak hebben mensen zelf ook een idee welk voedsel bij hen migraine uitlokt. Echter, er bestaat ook het idee dat je in een voorfase van migraine juist zin kunt krijgen in bepaald voedsel, zoals chocola of oude kaas. Dat dit dus in het proces van migraine verwikkeld zit.
Maak je wel eens gebruik van alternatieve behandelingen, zoals CBD-olie bijvoorbeeld?
Die vraag krijg ik niet vaak, zeker niet bij kinderen. Ik heb wel volwassenen in mijn praktijk die CBD-olie gebruiken, bijvoorbeeld met clusterhoofdpijn en migraine, en die hier een goed effect van bemerken. Ik schrijf het daarvoor niet voor.