Je hersenen en epilepsie
Een epileptische aanval (insult) ontstaat als een groep hersencellen ongecontroleerd en ongevraagd prikkels gaat afgeven en doorsturen. Je hersenen werken dan even anders dan ze horen te doen. Om te begrijpen wát er dan precies anders gaat, is het goed om meer te weten over de ligging, bouw en normale werking van de hersenen.
Je hersenen zijn het centrale aanstuurpunt van je lichaam. Ze sturen je spieren aan, waardoor je kunt rennen, springen of schrijven. Maar ze zorgen er óók voor dat je kunt ademhalen, je hart blijft kloppen en je maag-darmkanaal goed blijft werken. Je hersenen zorgen ervoor dat je kunt nadenken, leren, onthouden en nog veel meer. Ze zorgen ook nog voor ongelooflijk veel andere processen in je lichaam waarvan je niets merkt. Kortom, hersenen zijn onmisbaar.
-
Als je epilepsie hebt, is een deel of zijn delen van je hersenen onbedoeld en onverwachts actief. Dat gebeurt in de vorm van aanvallen.
-
Een epileptische aanval (insult) ontstaat als een groep hersencellen ongecontroleerd en ongevraagd prikkels gaat afgeven en doorsturen.
-
Je zenuwstelsel bestaat uit een centraal en perifeer zenuwstelsel en is opgebouwd uit zenuwcellen (neuronen) en steuncellen (gliacellen).
-
Je hersenen liggen in je hoofd, onder je schedel die is opgebouwd uit een geheel van botten. Je schedel is hard en beschermt je hersenen tegen beschadiging.
-
De hersenen bestaan uit meerdere delen. Je hebt grote hersenen, kleine hersenen, tussenhersenen en een hersenstam die je hersenen verbindt met het ruggenmerg. Ieder deel heeft een eigen functie, maar het is vooral belangrijk dat alle delen goed samenwerken.
-
De uitlopers van zenuwcellen, axonen, kunnen prikkels doorgeven aan andere cellen. Een prikkel of impuls is een elektrisch signaal dat ontstaat in zenuwcellen, waardoor je zenuwcellen met elkaar en andere cellen in je lichaam kunnnen communiceren. Zo geven ze informatie door.
-
Een epileptische aanval (insult) ontstaat als een groep hersencellen ongecontroleerd en ongevraagd prikkels gaat afgeven en doorsturen. Prikkels die eigenlijk pas afgegeven moeten worden op het moment dat je ze nodig hebt.
-
Als hersencellen ongecontroleerd en ongevraagd prikkels afgeven, noemen we dat een epileptische aanval of insult. Maar voor een epileptische aanval hoef je niet altijd epilepsie te hebben. Er zijn namelijk meer oorzaken die kunnen zorgen voor het ongecontroleerd afgeven van prikkels.
-
Als je een epileptische aanval hebt, geven je hersencellen ongevraagd prikkels af aan delen van je lichaam. Een epileptische aanval kun je niet zelf beginnen of stoppen. Er zijn veel oorzaken waardoor je een epileptische aanval kunt krijgen. Epilepsie is daar een van.
-
De klachten of verschijnselen die je kunt hebben bij een epileptische aanval zijn voor iedereen verschillend. Soms kun je een aanval goed voelen aankomen, soms merk je er nauwelijks iets van of komt het alleen voor tijdens de slaap.
-
Als je epilepsie hebt zul je misschien wel gemerkt hebben dat de aanvallen van elkaar kunnen verschillen. Een aanval hoeft dus niet altijd op dezelfde manier te verlopen. Ook in vergelijking met andere kinderen met epilepsie. Het is dus voor iedereen anders.
-
Een pasgeboren baby heeft andere epileptische verschijnselen dan een tiener. En als een kind ouder wordt, kunnen de oorzaken die epileptische aanvallen veroorzaken veranderen.
-
Om een epileptische aanval vast te stellen of de diagnose epilepsie te stellen heb je een paar dingen nodig.
-
De behandeling van epilepsie is niet voor iedereen gelijk. De behandeling van epilepsie bestaat uit verschillende onderdelen, zoals leefregels en medicijnen. Medicijnen die epileptische aanvallen tegengaan of voorkomen, worden anti-epileptica genoemd.