Functie van het bloed

Bloed bestaat uit rode bloedcellen, verschillende soorten witte bloedcellen, bloedplaatjes en plasma. Ze hebben allemaal een eigen functie.

De rode bloedcellen vervoeren zuurstof en kooldioxide door je lichaam.

De witte bloedcellen kunnen schadelijke stoffen en ziekteverwekkers herkennen en onschadelijk maken.

Bloedplaatjes zijn stukjes cel die zorgen voor het korstje op een wondje.

Het plasma vervoert voedingsstoffen van je dunne darm naar de weefsels en organen, en ureum van de lever naar de nieren. Ook zorgt het voor de verspreiding van hormonen door je lichaam.

Verder speelt bloed een belangrijke rol bij het constant houden van je inwendig milieu, zoals de lichaamstemperatuur en de zuurgraad (ook wel pH genoemd).

De rode bloedcel

Rode bloedcellen of erytrocyten zijn cellen zonder kern. Ze vervoeren zuurstof vanuit de longen door je hele lichaam, en voor een deel zorgen ze ook voor de afvoer van kooldioxide naar de longen toe.

Bloed dat veel zuurstof bevat is helderrood. Zuurstofarm bloed is donkerrood. In onze tekeningen hebben we zuurstofarm bloed blauw gekleurd om het verschil duidelijk te laten zien.
Erytrocyten bevatten de rode kleurstof hemoglobine (ook wel HbA1 genoemd).
Hemoglobine is opgebouwd uit vier eiwitketens met een ijzeratoom, dat zuurstof kan binden.

Een tekort aan rode bloedcellen leidt tot bloedarmoede of met een ander woord, anemie.

Witte bloedcellen

Witte bloedcellen of leukocyten beschermen je lichaam tegen schadelijk stoffen en ziekteverwekkers, zoals bacteriën en schimmels.

Er zijn vijf verschillende soorten witte bloedcellen. De hoeveelheden ervan in het bloed verschillen.

Neutrofiele granulocyten

Het grootste deel, 40% tot 75%, van de witte bloedcellen in het bloed bestaat uit neutrofiele granulocyten (de zogenaamde neutro's).

De neutro's zijn betrokken bij de immuunrespons en het fagocyteren (dat is opnemen, opeten) van micro-organismen zoals bacteriën en schimmels.

Eosinofiele granulocyten

Eosinofiele granulocyten (ofwel eo's) vormen een klein deel, 1% à 2%, van de witte bloedcellen.

Eosinofiele granulocyten zijn betrokken bij de vernietiging van parasieten en allergische reacties.

Basofiele granulocyten

Minder dan 1% van de witte bloedcellen bestaat uit basofiele granulocyten (de zogenaamde baso's).

Deze cellen bevatten een S-vormige kern en hebben heel veel paarsblauwe korrels in het cytoplasma. De korrels bevatten o.a. histamine.

De cellen zijn betrokken bij ontstekingsreacties.

Lymfocyten

Ongeveer een derde van de witte bloedcellen, 20% tot 40%, bestaat uit lymfocyten (ofwel lymfo's).

Lymfocyten zijn betrokken bij de afweerreactie en herkennen niet-lichaamseigen stoffen (de zogenaamde antigenen).

Monocyten

2 tot 10% van de witte bloedcellen bestaat uit monocyten (ofwel mono's).

Monocyten zijn grote ronde of ovale cellen. Ze hebben een onregelmatig gevormde celkern met 1 of 2 deuken en blauwgrijs cytoplasma, dat bedekt lijkt te zijn met kleine korreltjes.

Monocyten gaan vaak over in macrofagen en nemen door middel van fagocytose allerlei lichaamsvreemde stoffen op. Ze kunnen geïnfecteerde cellen doden, en dood of beschadigd weefsel opruimen.

Bloedplaatjes

Bloedplaatjes of trombocyten zijn stukjes cel, die verantwoordelijk zijn voor de bloedstolling.

Bloedplasma

Het bloedplasma heeft een belangrijke transportfunctie en helpt met het constant houden van het inwendige milieu van je lichaam, zoals het op peil houden van je lichaamstemperatuur.