Ik turnde elf uur in de week
Jaëlla (13) heeft de ziekte van Graves.
Hoe lang heb je al last van je schildklier?
Al drie jaar. Toen het begon, was ik druk en liep ik de hele dag door de kamer te stuiteren, ik kon gewoon niet stil zitten. Ik had last van hartkloppingen, kon niet slapen en had heel veel honger. Ik kon de hele dag eten, maar de honger ging niet weg.
Kwam je ook aan in gewicht?
Nee, ik werd juist dunner.
Deed je ook aan sport?
Ja, ik turnde wel elf uur in de week. Dat kon ik nog wel opbrengen, al had ik wat minder kracht in mijn spieren.
Zagen anderen veranderingen bij je?
Ja, in mijn hals. Mijn schilklier werd groter. Ik voelde het zelf niet, maar mijn oma zag het en daarna mijn moeder. Mijn ouders zagen ook dat mijn ogen wat meer naar voren stonden.
Merkte je zelf iets aan je ogen?
Ja, ik kreeg er ook last van. Mijn ogen werden heel snel droog en er stond veel druk op. Dat voelde ik, maar ik kon wel goed zien.
Dacht je zelf aan een probleem?
Nee, niet echt. Ik dacht dat het wel weer weg zou gaan. Maar we gingen wel naar de huisarts.
Wat zei de huisarts?
Ik moest meteen naar het ziekenhuis. Hij dacht aan een schildklieraandoening. Aan de ziekte van Graves. Dan gaat je schildklier te snel.
Wat voor onderzoeken kreeg je?
Ik moest bloed laten prikken en kreeg een echo van de hals.
Wat kwam er uit het onderzoek?
Dat ik de ziekte van Graves had en dat ik direct medicijnen moest gaan slikken om de schildklier te stoppen. Strumazol® heette dat medicijn.
Wist je eigenlijk wat een schildklier was?
Nee, ik heb het aan mijn moeder gevraagd.
Ben je ook op internet gaan kijken?
Ja, ik vond informatie over wat een schildklier doet en hoe die eruit zagiet.
Hoe ging het met de pillen slikken?
Dat ging goed. In het begin merkte ik zelf geen verandering, maar de mensen om mij heen wel. Na een maand of vier merkte ik dat ik niet meer zo druk was. Maar ik ben nog wel heel erg moe. Dat vind ik wel een beetje vervelend.
Wat is er na die vier maanden gebeurd?
Toen ben ik met de Thyrax® begonnen, naast de Strumazol®. Ik moest in het begin om de maand op controle komen en bloed laten prikken. Na een paar dagen moest ik dan naar de dokter om het te bespreken. Zij vond dat de bloedwaarden nog niet goed waren en ik moest meer pillen slikken.
Praat je er wel eens over met je vriendinnen?
Nee, niet echt. Ik heb er wel een spreekbeurt over gehouden in groep zeven.
Hoe heb je dat voorbereid?
Samen met mijn moeder. We hebben het een verhaal gemaakt dat de klas zou snappen. Ik wilde dat doen om de kinderen uit te leggen waarom ik zo vaak weg was.
Moest je veel weg naar het ziekenhuis?
Ja, maar ik heb niet veel school gemist. Ik was meestal terug voor de les begon. Vaak was er eerst een Bijbelverhaal en dan was ik wel terug als dat afgelopen was.
Kreeg je daar vragen over?
Ja, ze vroegen waar ik heen ging, maar ik vond dat ze dat niet altijd hoefden te weten. Dat heb ik ook wel eens zo gezegd.
Dat maakt het wel geheimzinnig?
Ja, maar ze vertellen mij ook niet altijd alles en ze hoeven toch ook niet alles te weten. Mijn vriendinnen wisten het wel, maar de jongens in de klas hoeven het niet te weten.
Ben je er wel eens mee gepest?
Ja, door een jongen, dat duurde een week. Maar ik trok me er niks van aan.
Kun je zeggen hoe het nu met je gaat?
Het gaat beter dan een tijdje geleden, het gaat wel goed. Ik ben nog wel heel moe, maar ik kan meer. Ik heb geen hartkloppingen meer en mijn spierkracht is weer goed. Wel heb ik wat hoofdpijn. Sinds een paar maanden slik ik een ander medicijn, Euthyrox®, om te zien of dat beter voor mij is.
Slaap je nu beter?
Nee, als ik moet gaan slapen, slaap ik niet. Dat gaat niet beter. Dus s’ ochtends ben ik wel erg moe. Op school houden ze daar rekening mee.
Wat wil je later worden?
Ik zit nu in de brugklas, ik doe havo. Ik wil graag gymjuf worden of kapster. Of iets met sporten, dat vind ik toch het leukste. Voetballen doe ik ook.