Ik liep dag en nacht met haar rond
Else en Nilco zijn de ouders van Meysa (10 maanden) die overdadig gehuild heeft.
Hoe ging de bevalling?
Else: Heel goed, Meysa was heel gewenst. Ik had een relaxte zwangerschap, en was gezond en fit. Ze bleef lekker zitten, dus met eenenveertig weken en vijf dagen besloten we om de vliezen te breken. Ik had al drie dagen weeën, maar die zetten niet door. Ik wilde graag thuis bevallen, maar het schoot niet op. In het ziekenhuis kreeg ik weeënopwekkers, en toen is ze vrij snel daarna geboren.
Hoe ging het de eerste paar dagen?
Else en Nilco: Goed, we mochten meteen naar huis. Meysa was een alerte baby en keek veel om zich heen. Geen gekke dingen. We kregen kraamzorg en het was een gezellige tijd. De borstvoeding verliep goed. Vanwege corona hadden we weinig visite, maar dat vonden we eigenlijk wel fijn. We wilden de tijd hebben voor Meysa, zodat we in rust samen konden starten.
Wanneer begon het huilen?
Else: Na drie weken had ik het idee dat ze niet goed in haar vel zat. Ze ging veel overstrekken. In het begin lag ze nog als een hommeltje op mijn buik, maar na drie weken was dat voorbij. Er waren nauwelijks momenten dat ze ontspannen tegen me aan kon liggen. We legden haar zo veel mogelijk huid op huid, maar ook dat bracht haar niet tot rust. Ze bleef huilen, was de hele dag onrustig en sliep vrijwel niet. Alle toenadering die we zochten, lukte niet. Ik wilde haar graag bij me hebben en vasthouden, maar daar leek ze onrustig van te worden. Ik kon haar ook niet neerleggen, want dan ging ze ook huilen, strekken en kronkelen. Ook in de nacht ging het door. Ik dacht dat ze ergens last van had. Met zes weken ben ik voor de eerste keer naar de huisarts gegaan.
Dat is best laat?
We weten dat huilen bij een baby’tje hoort. We verwachtten dat het een fase zou zijn en ook weer minder zou worden, maar ze bleef huilen en onrustig. Dus bleven wij haar troosten en veel met haar lopen. Dat is het beste wat we konden doen.
Dat deed je ook?
Ja, continu. We liepen de hele dag met haar in een draagdoek rond. Ook de huisarts vertelde dat baby’s nu eenmaal veel huilen. Als het niet meer dan drie uur op een dag was, was het geen huilbaby en hoefden we ons geen zorgen te maken. We hadden Meysa vierentwintig uur per dag vast, ook ’s nachts, om te voorkomen dat ze continu overstuur zou zijn. Daardoor huilde ze niet drie uur achter elkaar. Als ik haar vast had, huilde ze minder, maar bleef ze kreunen en keek ze me met grote ogen, gespannen aan. Als we haar neer zouden leggen zou ze hard huilen, maar dat deden we dus vrijwel niet.
Hoe was jullie nachtrust?
Ik sliep bijna niet. Toen ze drie maanden was viel ze elke avond pas om 11 uur uitgeput in slaap. Ze werd rond 3 uur ’s nachts wakker en dan pakte ik haar weer op. Tussen die uren was mijn slaapmoment. Overdag sliep ik niet, want ik kon haar niet loslaten, en als ik niet liep, sliep ze niet. Dus ik was voor mijn gevoel de hele dag met haar aan ’t lopen. Het was winter, voor dag en dauw was ik alweer buiten. Kilometers heb ik met haar gelopen. Als ik binnen was begon het weer. Bij Nilco was ze zo mogelijk nog onrustiger. Daarom kon hij het dragen van Meysa ’s nachts ook niet overnemen. Ze gaf veel weerstand tegen de draaidoek door te kronkelen en met haar armen te maaien. Overdag bleef Nilco dan net zo lang door lopen tot ze sliep. Hij deed dit met name in de avonden of overdag als ik er even doorheen zat. Hij werkte namelijk thuis en kon zodoende af en toe ondersteunen.
Is er gekeken naar obstipatie, reflux of koemelkallergie?
Ja, dat is door de huisarts overwogen en ook in het ziekenhuis onderzocht. Daar kwam niks uit. Van je omgeving krijg je vervolgens heel veel ongevraagd advies. Dat is een van de moeilijkste dingen die veel ouders met huilbaby’s zullen herkennen, Veel mensen ‘kennen’ het wel, en gaven ons allerlei adviezen.
Kreeg je door je omgeving het gevoel dat je het niet goed deed?
Else en Nilco: Ja dat gevoel kregen we. Als je continu advies krijgt, krijg je het idee dat het oplosbaar is, dus dat wij het niet goed deden, maar we hielden onszelf continu voor dat wij in het licht van de huidige situatie het allerbeste deden, haar vasthouden. Zeker Else wist dat we het juiste deden, maar we vonden het moeilijk dat andere mensen dat niet zagen. Onze omgeving had met de beste bedoelingen steeds maar adviezen: ze is overprikkeld, onderprikkeld, ze verveelt zich, nu is ze te uitgerust, niet moe, ze moet uitgedaagd worden. De adviezen wisselden per dag per persoon. Sommige mensen zeiden zelfs dat we haar te veel droegen en dat ze daarom niet wilde slapen en huilde. Dat onbegrip heeft mij, Else, een eenzaam gevoel gegeven. Ik ging minder mensen uitnodigen om maar niet meer advies te krijgen.
Hadden jullie wel eens het gevoel dat jullie niet van jullie baby konden houden?
Else: Ik dacht dat ik mijn baby lekker veel ging knuffelen en dat die band dan zou groeien, en dat ze dan een heel blije baby zou worden. Daarin ben ik heel erg op de proef gesteld. Ik heb tegen mezelf moeten zeggen dat het niet uitmaakt dat ze onze liefde niet dankbaar ontving. Dat het des te belangrijker was om haar veel liefde te geven. Daar ben ik evengoed wel veel verdrietig om geweest. Het was moeilijk om niet te denken dat ze me afwees. Ook al hield ik haar tegen me aan, zij zette zich met alles tegen mij af. De krassen van haar nagels zaten op mijn borst. Nilco: We liepen rondjes met haar in de woonkamer in de draagdoek. Ze sloeg met haar armen en benen en overstrekte haar hoofd. Uitgeput en snikkend viel ze dan in slaap. Zo wil je het gewoon niet. Ik reageerde soms lichamelijk op het huilen. Ik kreeg het warm en ik werd er heel boos van. Niet zozeer van het huilen alleen, maar vooral dat ze zich van je afduwde. Dat vond ik lastig, want dat voelde als een afwijzing.
Kun je je voorstellen dat andere ouders wel fysiek worden?
Nilco: Dat kan ik me heel goed voorstellen. We zijn nooit fysiek naar haar geweest, maar ik dacht wel, ik moet haar nu even neerleggen. Dan liep ik weg en nam Else het over. Ik heb zo nu en dan een mental breakdown gehad en Else ook wel eens. We wisselden elkaar daar altijd in af. Dan was de ene weer sterk en dan de andere. We waren gelukkig bijna altijd samen. We hadden namelijk besloten om deze periode samen door te komen. Thuis werken door corona was daarmee voor ons een uitkomst. Else: We hebben Meysa ondanks alles vrijwel niet alleen gelaten omdat we het niet meer trokken. Soms moest ik haar wel eens even neerleggen om weer tot rust te komen. Dat waren dan twee minuten of zo, maar dat vond ik al heel erg.
Wanneer ging het echt mis?
Er was geen moment waarop het echt mis ging. Het ging vooral niet beter en wij werden steeds vermoeider en voelden ons erg machteloos. We kregen nog wat tips van de huisarts zoals johannesbroodpitmeel tegen reflux, maar dat werkte niet. Twee weken later belde ik dat het alleen maar erger werd. Toen hebben we zelf gevraagd om een verwijzing naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis zag de kinderarts meteen hoe moe we waren en hoe onrustig Meysa was. Het criterium van de huisarts dat een baby minimaal drie uur per dag huilt vond de kinderarts niet zo relevant. Zij keek vooral naar ons, naar onze draagkracht en hoe Meysa zich gedroeg.
Uiteindelijk is ze opgenomen?
Else: Het ziekenhuis belde iedere week hoe het ging. Ik dacht er alleen maar aan hoe het met haar ging, maar toen de kinderarts aan mij vroeg hoe het met mij ging, werd ik emotioneel. Het feit dat ik steeds vermoeider werd en me steeds machtelozer voelde gaf de doorslag. Toen Meysa drie maanden oud was, stelde de kinderarts voor haar op te nemen, zodat ze konden kijken of ze iets konden vinden en wij tot rust konden komen. Uiteindelijk zijn we op dat voorstel ingegaan mits we bij haar mochten blijven. Ik zag heel erg op tegen een week opname, maar iedereen nam de tijd voor ons.
Nilco: Van tevoren legden ze ons uit dat ze Meysa gingen leren slapen en haar in een nieuw slaapritme wilden brengen. Meysa was totaal overprikkeld en oververmoeid. Heel wit, rode, grote ogen en niet blij. We konden haar niet gewoon vasthouden, ze was altijd een plankje, maar dat kon ook komen omdat zij oververmoeid was. En ondanks die oververmoeidheid kregen we haar maar niet in slaap.
Een medisch probleem werd niet gevonden, hoe hebben ze jullie verder geholpen?
Nilco: Ook in het ziekenhuis kregen ze Meysa niet goed in slaap. Ze heeft even beter geslapen, maar dat effect doofde vrij snel uit. Wat fijn was, is dat we heel veel vragen konden stellen, ook over normale dingen. Bijvoorbeeld hoe je met een kindje van twee tot drie maanden oud kunt spelen. Else: Ik heb vooral veel erkenning gevoeld. Het was heel pittig. Het ziekenhuis was niet de succesfactor in de zin van dat ze daar meer sliep, daar zou ik onzeker van geworden zijn. Het lukte daar ook niet. Meysa liet daar hetzelfde gedrag zien als thuis. Hoe zij het aanpakten, zo deden wij het ook.
Hebben ze jullie de 5S'en methode geleerd?
Die hebben ze inderdaad uitgelegd. Dat ging niet makkelijk. Meysa werd gewoon boos. Als ze in slaap geforceerd wordt, gaat ze er alles aan doen om wakker te blijven. We hebben veel geprobeerd met de pedagogisch medewerker: inbakeren, met de handjes vast, een knuffel op haar hoofd, zodat ze haar ogen dicht moest doen. We hielden haar stevig vast, doeken om haar heen, speentje erin, maar ze schreeuwde alles bij elkaar, ze vond het vreselijk. In het ziekenhuis werkte het soms, maar thuis was het vrij snel voorbij. Daar bleef ze schreeuwen. We hebben de kinderarts toen gezegd dat we ermee stopten. De periode na het ziekenhuis was het zwaarst. We hadden alles geprobeerd en moesten erin berusten dat ze heel veel huilde, weinig sliep en niet goed in haar vel zat. En dat we deze periode door moesten zien te komen tot het beter zou gaan.
Hadden jullie erop gerekend dat het nog steeds zo’n strijd zou zijn?
Dat de baby thuis ook huilt na zo’n opname, dat is bekend, maar we hadden wel een week rust gehad, waren beter uitgeslapen en hadden dingen geleerd. En we kregen erkenning en bevestiging, dat was superbelangrijk. Meysa was niet een baby die gewoon een beetje huilt.
Jullie zijn ook doorverwezen naar IMH. Wanneer was dat?
Dat was wat later. Omdat Meysa bleef huilen en het leven ondertussen gewoon doorgaat. We moesten hier doorheen, maar hoe doe je dat? Je voelt van alles naar je baby toe. We wilden van haar genieten, maar dat lukte niet zo vaak als we wilden. Hoe moesten we nu op een positieve manier met haar omgaan? Ook de kinderarts zag dat dit lastig was voor ons. Zij heeft namelijk ook na de opname tweewekelijks contact met ons gehad. Zij stelde al vrij snel na de opname voor om contact op te nemen met een IMH-specialist via KOOS (netwerkorganisatie voor aanvullende specialistische jeugdhulp in Utrecht). We hebben ons toen een paar weken later aangemeld bij een IMH-specialist.
Hoe is het bevallen?
Heel goed. Zij hielp ons om goed onder woorden te brengen wat we voelden. Ze bevestigde ons in ons ouderschap, en dat was fijn omdat we ons al maanden zoekende voelden. Wat fijn was, is dat zij bevestigde dat we goede ouders waren voor Meysa. Zij luisterde heel goed naar ons. Meysa was er vaak bij en dan zei de IMH-specialist hoe leuk ze was. Dat hielp ook. Ze benoemde de positieve interactie die Meysa zocht met ons en met haar. Ze zei dat we heel lieve ouders waren en dat we dat goed deden. We hebben in deze gesprekken ruimte kunnen geven aan onze emoties en gevoelens over de afgelopen zware periode, dat was fijn. We zien haar nog steeds en we appen.
Meysa is tien maanden, hoe gaat het nu?
Nilco: Ze huilt eigenlijk nooit meer. Behalve als ze moet slapen, maar het grote verschil is dat we haar nu vrijwel bijna altijd in slaap kunnen helpen op een redelijk ontspannen manier. Ze kan niet zelfstandig in slaap vallen. Als we wiegen en neuriën valt ze na een kwartiertje in slaap. Met een speentje en white noise, dat vindt ze heel fijn. Ze is heel gevoelig voor licht en geluid. Ze heeft een donkere klamboe om haar bed en ze had ook heel lang een speciaal lakentje dat dichtgeritst kon worden. Dat gaf haar geborgenheid. Sinds drie weken valt ze zo in onze armen in slaap.
Het gaat dus beter?
Zeker, ze is ook meer uitgerust omdat we haar in slaap kunnen helpen. Het is nu een vrolijke baby. Wij zijn ook wat meer uitgerust, maar slapen blijft voor haar een uitdaging en ze heeft wel nog veel hulp nodig. Else: Ik heb een tijd in de ziektewet gezeten. In mijn werk als orthopedagoog kom ik heftige casuïstiek tegen, daar had ik in die tijd niet de ruimte voor. Ik was helemaal opgebrand. Mijn werkgever was heel meedenkend. Het label huilbaby hielp bij het uitleggen aan bijvoorbeeld een leidinggevende.
De IMH-specialist is uiteindelijk een belangrijke factor geweest?
Het startte bij de kinderarts die onze zorgen erkend heeft, die ons gehoord heeft. Zij heeft een opname doorgezet en zij heeft ervoor gezorgd dat wij met de IMH-specialist in contact zijn gekomen. En de IMH-specialist is heel trouw geweest in het contact met ons, nog steeds. De kinderarts zei op een gegeven moment dat sommige baby’s niet zo goed baby kunnen zijn. Die willen dat niet. Die baby’s willen meer dan dat ze kunnen. De kinderarts voorspelde dat Meysa voordat zij een jaar oud is bij haar de spreekkamer binnen komt lopen. En Meysa is nu tien maanden en ze kan eigenlijk gewoon aan de hand lopen. Nu ze meer kan wordt ze steeds gelukkiger. Daar heb je natuurlijk weinig aan als je in januari zit en je weet dat het pas in oktober beter zal zijn, maar ik heb mij wel aan haar uitspraak vastgehouden dat een baby soms geen baby wil zijn en zich liever sneller gaat ontwikkelen. Dat merken we nu. Ze bijt zich vast in lopen of kruipen. Daar is ze daar de hele dag mee bezig tot ze het kan. De IMH-specialist hielp mij vervolgens weer om die gevoelens voor Meysa weer te verstevigen en een nieuw ritme met Meysa te creëren. Een paar maanden geleden draaide mijn leven helemaal om het comfortabel maken van Meysa. Daar was ik ingegroeid, ik kon niet anders, maar er kwam een punt dat er ook weer meer ruimte voor ons moest komen. Voor onszelf persoonlijk en voor ons samen. De IMH-specialist heeft ons geholpen om weer nieuwe ritmes te vinden met Meysa waarin ook ruimte is voor ons.
Hoe is het met de hechting?
Else en Nilco: Het is soms ingewikkeld om van een baby te houden die veel huilt, dat klinkt een beetje gek, maar we merkten zelf al dat het makkelijker is als je baby jou het gevoel geeft dat je goed zorgt door rustig te worden in je armen of vredig in slaap te vallen. Natuurlijk hielden we van haar, rationeel zeker; je bent ons kindje, we houden van jou en we zullen altijd voor je zorgen, maar echt van haar genieten en ‘verliefd’ zijn op ons eigen kindje, daar was minder ruimte voor dan we wilden. Ook al zagen we wel dat er onder het huilen en de frustratie een heel mooi, lief en vrolijk meisje zat. En inmiddels is ze ook dat vrolijke meisje. We genieten ontzettend van haar, lachen veel en maken veel plezier met elkaar. Ze laat in haar gedrag meer dan genoeg signalen zien dat ze zich veilig en vertrouwd voelt bij ons. We maken ons dus gelukkig geen zorgen (meer) over de hechting. Dat zit wel goed.