Genetische hoofdpijn, spanningshoofdpijn
Je kunt genetische aanleg hebben voor hoofdpijn. De pijn is dan makkelijk uit te lokken door bijvoorbeeld spanning en stress, spierspanning, vermoeidheid, bepaalde voeding en nog veel meer. Er zijn verschillende namen voor deze vorm van hoofdpijn, zoals genetische hoofdpijn, spanningshoofdpijn of gewone hoofdpijn. De hoofdpijn komt op alle leeftijden voor, maar hoe ouder hoe vaker. Meisjes hebben het tweemaal vaker dan jongens.
Welk type hoofdpijn zie je het meest?
Spanningshoofdpijn, al vind ik dat zelf geen gelukkige term. Het is een chronische dagelijkse hoofdpijn. Soms is het (chronische) migraine vermengd met spanningshoofdpijn. Of je hebt medicatieafhankelijke hoofdpijn. Dan slikken de kinderen zo veel pijnstillers, dat de hoofdpijn stopt als de inname van de pijnstillers stopt.
Wat voor soort pijn
De pijn kan in allebei de kanten van je hoofd zitten: in je voorhoofd, als een band rondom je hoofd of aan de zijkant van je hoofd. De pijn is drukkend of beklemmend, het is geen kloppende of bonkende pijn. De pijn is mild tot matig en de duur wisselend. Soms duurt het kort (een halfuur) en soms langer (meerdere dagen). Je kunt er af en toe last van hebben, of vaak, en soms is de pijn er voortdurend. Meestal kun je doorgaan met je leven en wordt de pijn niet erger bij inspanning. Je kunt ook last hebben van bijkomende verschijnselen, zoals pijn in je nek of schouder. Ook kun je last hebben van prikkels als licht of geluid.
Hoe vaak heb je last
Als je één tot veertien dagen per maand hoofdpijn hebt, en dat meer dan drie maanden per jaar, heet dat vaak voorkomende (frequent) periodieke hoofdpijn. Als je het maar eens per maand hebt, en niet meer dan twaalf dagen per jaar, heet dat minder vaak voorkomende (infrequent) periodieke hoofdpijn. Je hebt chronische hoofdpijn als je minstens vijftien dagen per maand hoofdpijn hebt, gedurende meer dan drie maanden per jaar. Chronische hoofdpijn duurt vaak langer, uren tot dagen, soms zonder weg te gaan. Ook voor deze hoofpijn geldt: de pijn zit aan alle kanten van je hoofd, is drukkend of beklemmend en mild tot matig. De pijn wordt niet erger bij inspanning.
Hoe ontstaat deze hoofdpijn?
Onderzoek bij volwassenen laat zien dat bij deze vorm van hoofdpijn verschillende factoren meespelen, en dat vooral genetische aanleg een rol speelt. Door deze aanleg heb je een verhoogde gevoeligheid voor hoofdpijn. Stress en emoties kunnen je gevoeligheid voor hoofdpijn verhogen. Pijnverwerking speelt hierbij een rol, waarbij onder meer je zenuwen, ruggenmerg en hersenen zijn betrokken. De verhoogde gevoeligheid ontstaat door veranderingen in bepaalde onderdelen die betrokken zijn bij de pijnverwerking en veranderingen in verschillende hersenstofjes, zoals neurotransmitters (serotonine).
Om vast te stellen of je dit type hoofdpijn hebt, krijg je een uitgebreid gesprek (anamnese) en lichamelijk en neurologisch onderzoek. Aanvullend onderzoek is nodig als er gedacht wordt aan iets anders dan genetische of spanningshoofdpijn.
Wanneer doe je aanvullend onderzoek?
Als je ongerust bent dat er iets anders in het hoofd is, een hersentumor, sinustrombose, verhoogde druk of een obstructie van het hersenvocht, dan doe je een MRI -scan. Dat is het meest voorkomende onderzoek. Als je denkt aan allergie, ga je daar onderzoek naar doen. Bij hoofdpijn passend bij spanningshoofdpijn of migraine en zonder alarmsymptomen hoeft geen scan te worden gedaan. Dan geeft dat alleen maar onnodige belasting voor het kind. Bovendien is het zo dat je bij 25% van de MRI -scans zogenaamde toevalsbevindingen ziet. Dat zijn bevindingen die geen relatie hebben met de klacht waarvoor je de MRI deed, de hoofdpijn dus. Dan wordt er bijvoorbeeld een goedaardige cyste gezien of wat aspecifieke witte vlekken. Je hoopt dan op geruststelling door een scan, maar het leidt tot onzekerheid en meer ongerustheid en niet tot een oorzaak of een oplossing.
Wat kun aan dit type hoofdpijn doen
Naast het nemen van medicijnen kun je ook je leefstijl veranderen. Als je weet waardoor je stress of spanningen krijgt, kun je deze triggers uit de weg gaan of verminderen. Medicijnen die je kunt nemen als je hoofdpijn hebt, zijn paracetamol en NSAID’s zoals ibuprofen. Bespreek wel goed met je arts hoeveel en hoe vaak je ze kunt nemen, want als je te veel of te lang paracetamol slikt, kun je ook hoofdpijn krijgen.
Zie je die medicatieafhankelijke hoofdpijn vaak?
Een op de acht kinderen met spanningshoofdpijn heeft het. Dat zijn de kinderen die – als je ze terugbelt na twee maanden – bijna hoofdpijnvrij zijn nadat zij gestopt zijn met de medicatie.
Hoe kan het dat je van te veel pijnstillers juist hoofdpijn krijgt?
Het is niet goed bekend hoe dat werkt. We weten wel dat het erger wordt als je te veel pijnstillers slikt, we zien in praktijk dat het veel gebeurt. Bij jongere kinderen meestal niet, daar zijn de ouders nog wel terughoudend, maar pubers nemen zelf makkelijk even een pilletje. Je moet het wel langere tijd gebruiken. Na drie weken ben je niet meteen verslaafd. Maar als je meer dan drie maanden meer dan twee keer per week pijnstillers neemt, dan ontstaat er een zekere afhankelijkheid. We hebben kinderen waarbij het heel erg is, die moeten eerst helemaal stoppen. Het wordt dan eerst erger, een soort cold turkey, en daarna wordt het echt beter. Het is best een heftige behandeling voor kinderen. Gelukkig komt dit niet zo veel voor.
Zie je ook een overmatig gebruik van paracetamol?
We vragen altijd hoeveel dagen in de maand ze medicatie gebruiken. Dat kunnen ze bijhouden met een hoofdpijndagboekje. De richtlijn is dat ze maximaal acht dagen in de maand pijnstilling mogen gebruiken. Het gaat om het aantal dagen en niet het aantal keren. We hebben liever dat je twee dagen in de week driemaal daags een paracetamol neemt en je hoofdpijn goed aanpakt dan iedere dag eentje. Er moeten ook genoeg dagen zijn dat je niks gebruikt. Anders loop je de kans dat je een medicatieovergebruikshoofdpijn krijgt. Dat vraagt weer een andere aanpak, want die kinderen moeten rigoureus stoppen met pijnmedicatie. Dat is heel lastig voor ze.
Hoe pak je dat dan aan?
Ze moeten er doorheen, een soort van afkicken. Ik leg uit hoe het zit en vervolgens vraag ik: ‘Wil je er iets mee, dan is dit de behandeling, namelijk overal mee stoppen.’ Ik vertel ook dat het heel erg ingewikkeld is en dat ze steun nodig hebben van de mensen om hen heen. Ik bel ze in het begin soms een keer per week om te vragen hoe het gaat en om ze een peptalk te geven. Er is tegenwoordig ook een app, de Detox app. Die is eigenlijk voor volwassenen ontwikkeld, maar voor oudere kinderen ook goed te doen. Ze kunnen een berichtje sturen aan een buddy op het moment dat ze veel hoofdpijn hebben en dat even kwijt willen. Ze krijgen tips, en als ze een dag geen pijnstillers genomen hebben, is de beloning een leuke kreet met een smiley.
Marleen Arends is kinderverpleegkundige in het Martini Ziekenhuis in Groningen. Zij werkt op de polikliniek en heeft als aandachtspunt epilepsie en hoofdpijn.
Als je de triggers (her)kent die jouw gevoeligheid voor hoofdpijn vergroten, kun je grip krijgen op je hoofdpijn. Je kunt je leefstijl aanpassen. Een aantal bekende triggers zijn; te weinig vocht, een onregelmatig eet- of slaappatroon of onvoldoende slaap. Er zijn nog verschillende andere dingen die van invloed kunnen zijn, maar dat is heel persoonlijk.
Omgaan met hoofdpijn kan moeilijk zijn. Een psycholoog kan je helpen om beter met jouw triggers en de hoofdpijn om te gaan en de grip op je leven terug te krijgen.
Welke levensomstandigheden hebben een invloed op hoofdpijnklachten?
Ik denk meer in persoonlijke omstandigheden, wat voor type mens ben je? Ben je een kind dat veel ‘binnen’ laat komen, ben je een perfectionist en dat soort dingen. Een sensitief kind kan bijvoorbeeld gemakkelijk hoofdpijnklachten krijgen. Schermgebruik vind ik heel ingewikkeld, tegenwoordig zit men veel op schermen, dus daar valt weinig over te zeggen. Maar er zijn met name wel jongens die zo veel gamen en zo gefocust zijn dat ze daardoor slecht slapen, en dat kan een rol spelen bij hoofdpijn. Eerlijk gezegd heb ik de indruk dat het meer de mentale druk, zoals prestatiedruk of sociale druk, is die een rol kan spelen bij hoofdpijn dan het werkelijk schermgebruik. Een van die sociale factoren is pesten, dat vind ik altijd heel naar om te horen, dat kinderen door leeftijdsgenootjes worden gepest. Kinderen met hoofdpijn slapen vaak slecht. Als je de hele tijd laat naar bed gaat of ’s nachts naar een scherm zit te kijken, dan vind ik dat het scherm weg moet. Telefoon niet in de slaapkamer. Fysieke zaken zoals houding hebben volgens mij een beperktere rol dan vaak wordt verondersteld. Soms heb je wel eens een puber die altijd heel erg onderuitgezakt zit, of kinderen met opgetrokken schouders door de spanning, waarbij je je kunt voorstellen dat deze houding een rol kan spelen bij de hoofdpijn. Maar ik heb niet de indruk dat dat nu heel belangrijk als oorzaak voor hoofdpijn bij kinderen is.
Kun je hoofdpijn krijgen door psychische problematiek?
Er wordt vaak gezegd dat je hoofdpijn hebt door stress, dat is niet zo. Je hebt hoofdpijn omdat je gevoelig bent om hoofdpijn te krijgen, genetische hoofdpijn. Veel mensen hebben stress zonder hoofdpijn te krijgen. Maar stress kan de hoofdpijn wel verergeren. Stress is zowel bij migraine als bij gewone hoofdpijn een uitlokkende of in standhoudende factor. Een doorverwijzing naar de psycholoog kan dan helpen. Niet omdat de dokter denkt dat het kind ‘gek’ is of zich aanstelt, die hoofdpijn is echt en heeft groot effect op je leven. En je leven heeft weer effect op je hoofdpijn. Die wisselwerking, daar kan de psycholoog je bij helpen.
Wanneer wordt een kind met hoofdpijn naar jou als psycholoog doorverwezen?
Kinderen met ALK (aanhoudend lichamelijke klachten) komen in eerste instantie vaak, via de huisarts, bij de kinderarts terecht; als er geen medische oorzaak gevonden wordt, als de klachten te fors zijn gezien de medische of lichamelijke oorzaak, of als de oorzaak niet meer of onvoldoende verklaring biedt voor de hoofdpijn. Als een kind of jongere wel veel hinder of gevolgen van de hoofdpijn ervaart, dan wordt hij of zij verwezen naar bijvoorbeeld een kleinschalige GGZ-instelling als de Cognito Praktijk.
Welke benaderingswijze volgen jullie bij kinderen met ALK?
Wij kijken niet zozeer naar de oorzaak van de klacht, maar naar de gevolgen die deze klacht heeft op iemands leven. We gaan ervan uit dat deze gevolgen een ongunstig effect hebben op de klacht. Soms zelfs de klacht versterken of in stand houden. We proberen met behulp van een behandeling de gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Dit heeft uiteindelijk ook een gunstig effect op de klachten.
Daniëlle Blok is GZ-psycholoog bij de Cognito Praktijk, locatie Zwolle.
Helpt fysiotherapie?
Dat kan sommige kinderen zeker heel goed helpen, maar in grote groepen is het bewijs dat het effectief is heel matig. Het meeste bewijs is er voor ontspanningsoefeningen of houdingsoefeningen. Zeker bij een houdingsafwijking of een ‘game rug’. Wat wel bewezen effectief is, is een psychologische behandeling. Een relatief nieuwe behandeling is hypnotherapie. Die therapie kennen we van de buikpijnbehandeling. Daar is het bewezen effectief. Bij hoofdpijn zijn er nog niet zo veel studies, maar afleiden en de zinnen verzetten werkt in onze ervaring ook vaak goed bij kinderen met hoofdpijn. Dan kunnen ze weer de baas worden over hun lichaam.