Hoofdpijn en wat het met je kan doen
Hoofdpijn is voor iedereen verschillend. Je kunt het niet meten en iedereen beleeft het anders. Voor sommigen is het een vervelend gevoel in het hoofd, anderen ervaren een drukkend gevoel of pijn. De pijn kan zeurend zijn, bonkend of scherp, en lang duren of snel voorbij zijn, erger worden bij beweging en weer verdwijnen bij rust.
Heel jonge kinderen (tot een jaar of drie) kunnen meestal nog niet zeggen dat ze hoofdpijn hebben. Huilen, minder actief zijn, overgeven of slecht eten kunnen dan vaak de enige tekenen zijn. Hoe ouder je bent, hoe beter je het gevoel kunt herkennen en omschrijven.
Vanaf welke leeftijd kan een kind zelf de hoofdpijn benoemen?
Afhankelijk van het kind en ontwikkelingsniveau ongeveer vanaf een jaar of vijf, sommige kinderen zeker ook jonger. Vanaf zes jaar lukt het meestal wel goed.
Naast hoofdpijn kun je ook bijkomende klachten hebben, zoals misselijkheid, overgeven en problemen met zien. Je kunt ook last hebben van geuren, lawaai en andere prikkels (dat heet prikkelgevoeligheid). Bij bepaalde klachten is het belangrijk om op korte termijn naar de dokter te gaan. Bijvoorbeeld bij nachtelijke hoofdpijn waarvan je wakker wordt en moet overgeven, of bij hoofdpijn die suf maakt, of die alleen maar erger wordt. Maar ook als je je anders gedraagt of anders gaat lopen, het op school niet lekker gaat of je neurologische problemen krijgt zoals epilepsie of uitval van zenuwen.
Wat is nou eigenlijk hoofdpijn?
Als een kind zegt dat het pijn of een vervelend gevoel in zijn hoofd heeft. Als kinderen bij ons terechtkomen, dan zoeken we naar een verklaring voor de hoofdpijn. We kijken of er een onderliggende lichamelijke oorzaak is (ouders zijn soms bang voor een hersentumor). Maar meestal is er een genetische oorzaak, zoals bij spanningshoofdpijn of migraine. De oorzaak zit dan in het DNA, je bent geboren met een gevoeligheid om last van hoofdpijn te krijgen.
Als je vaak erge hoofdpijn hebt, kan dat effect hebben op je gedrag en gevoelens. Je kunt je bijvoorbeeld terugtrekken, somber worden, of je slaap- of eetpatroon verandert. Soms kun je door de hoofdpijn niet naar school. Afspreken met vrienden of sporten lukt vaak ook niet, waardoor je je steeds meer terugtrekt. Als je veel last hebt van je hoofdpijn, kunnen de huisarts of de kinderarts je helpen met medische hulp en advies.
Welke kinderen zien jullie in deze hoofdpijnstraat?
Maar een klein deel van de doorverwezen kinderen met hoofdpijn, drie à vier kinderen per maand. We selecteren ze op basis van de klachten die de huisarts omschrijft, bijvoorbeeld kinderen met veel schooluitval, bijkomende lichamelijke problemen en/of psychosociale problematiek. Ook worden de kinderen doorverwezen door een kinderarts van het Ommelander Ziekenhuis Groningen of vanuit een ander ziekenhuis in de regio.
Waarom behandelt de huisarts die hoofdpijnklachten niet?
De huisarts ziet wel degelijk kinderen met hoofdpijn, maar overlegt of verwijst laagdrempelig door, en dat is ook goed. Kinderen kunnen hun hoofdpijn vaak moeilijker uitleggen, en er zijn ook meer zorgen over. Als het type hoofdpijn niet duidelijk is, of niet goed reageert op eenvoudige pijnstillers, of er wordt overwogen, bijvoorbeeld bij migraine, om meer medicatie te geven, dan is ook het advies om te overleggen of door te verwijzen naar de kinderarts of kinderneuroloog. Dit is in overeenstemming met de NHG (Nederlandse Huisartsen Genootschap)-standaard.