Hoe lang heb je het al?
Sinds mijn geboorte.
Wanneer kreeg je dat te horen?
Toen ik in groep zes zat hebben mijn ouders het me verteld. Ze hebben beiden ook hiv.
Heb je broers of zussen?
Ik heb een grote zus en een kleine broer en zij zijn alle twee hiv-negatief.
Slikte je al medicijnen voor je het wist?
Ja. Ik heb me nooit afgevraagd waarom ik ze moest slikken. Ik heb het altijd gewoon gedaan.
Ging je dat gemakkelijk af?
Ja, behalve de Atripla®, daar kreeg ik bijwerkingen van. Hoofdpijn, moe, duizelig. Dat heb ik een week lang genomen. Toen heb ik al bij mijn verpleegkundige gezegd dat ik last had van die bijwerkingen en kreeg ik andere medicijnen.
Welke medicijnen slik je nu?
Eviplera®, een pil per dag.
Kost het innemen je moeite?
Niet veel, het is een automatisme. Maar af en toe vergeet ik het wel eens. Misschien twee keer per maand. Ik neem mijn pil meestal na het eten in.
In het bijzijn van andere mensen?
Nee, dat doe ik altijd apart.
Je ouders vertelden al vroeg hoe het zat. Welke instructies gaven ze je?
Dat ik het voor mezelf moest houden en het niet aan anderen mocht vertellen, en dat ik moest oppassen met wondjes.
Vind je het moeilijk het voor je te houden?
Nee eigenlijk niet. Ik heb het vorig jaar wel aan mijn zus verteld. Ze reageerde positief. Wel vroeg ze waarom ik het niet eerder had verteld, we zijn toch familie, toch? We hebben gelukkig nog steeds dezelfde band.
Is hiv geaccepteerd in jullie cultuur?
Nee, in de Afrikaanse cultuur is het een groot taboe.
Praten jullie er thuis makkelijk over?
Dat hebben we nog nooit gedaan.
Toch hebben ze je wel verteld dat je het had. Waarom denk je?
Omdat ik ouder werd en het op een gegeven moment wel moest weten.
Heb je je verdiept in je aandoening?
Nee, eigenlijk niet.
Wat vind je dat anderen ervan weten? Wat is de algemene kennis?
Ondermaats en negatief. Mensen denken dat je het snel kunt krijgen als je iemand kent, dat het een homoziekte is en dat je het krijgt van wondjes.
Wat vind je het moeilijkst van hiv?
Het zoeken van een partner. Dat er een dag komt dat je het gaat vertellen en dan moet afwachten hoe zij zal reageren. Er kan dan een teleurstelling komen en dat is moeilijk.
Is het al eens gebeurd?
Nee, nog nooit.
Ben je actief op zoek naar een partner?
Niet actief, maar ik sta er wel voor open. Misschien ben ik door die gedachte aan een mogelijke teleurstelling wel wat terughoudender.
Ga je ook om met andere jongeren met hiv?
Ja, daar heb ik heel veel aan. Ik kan alles bespreken en we begrijpen elkaars situatie. Het betekent heel veel voor mij. De groep bestaat uit zes man met mij erbij. We zoeken elkaar ook op, twee à drie keer per jaar zijn we een weekend bij elkaar en af en toe gaan we met z’n allen uit.
Waar praten jullie veel over?
Over het vinden van een relatie. Het meest hebben we het dan over hoe je het vertelt aan je partner. Daar hebben de meesten goede ervaringen mee. Maar ook praktische dingen zoals dat het moeilijk wordt om een hypotheek aan te vragen als je hiv hebt. Medische informatie over mijn pillen en zo krijg ik van mijn dokter.
Praten jullie ook over kinderen krijgen?
Ja ook.
Hoe vaak ga je naar het ziekenhuis?
Om de zes maanden. Vroeger was dat om de drie maanden en nog eerder moest ik een tijdje ter observatie blijven.
Wat zei je dan tegen je omgeving?
Dat ik naar de tandarts moest of zo. Als ik een weekend moest zei ik tegen mijn zus en broertje dat ik even naar het ziekenhuis moest om iets te laten checken. Dat vonden ze prima. Mijn broertje weet het nog niet.
Hoe zie jij je leven?
Mijn leven is niet zwaar, ik moet een pil per dag nemen en voor de rest kan ik doen wat ik wil. Ik studeer aan de universiteit in Delft en zoek een bijbaantje voor in het weekend. In mijn vrije tijd sport ik, basketbal en zwemmen.
Ben jij een optimistisch mens?
Ja, ik zie de toekomst positief. Er zijn onderzoeken naar hiv, die zoeken naar een oplossing. Vroeger moest ik iedere dag veel pillen slikken en nu nog maar een. Misschien wordt dat in de toekomst een per week of nog anders.