Behandeling

In Nederland wordt sinds 2004 bij álle zwangere vrouwen gecontroleerd of ze hiv hebben. Als ze het virus hebben, krijgen ze medicijnen. Kinderen van hiv-geïnfecteerde moeders krijgen zo snel mogelijk na de geboorte hiv-remmers. De medicatie moet twee weken worden toegediend om de kans op hiv-overdracht te verkleinen tot minder dan 1 procent.

Gelukkig wordt iedereen in Nederland met een hiv-infectie behandeld met anti-hiv-medicijnen. Daardoor kun je geen AIDS meer krijgen en hoef je in Nederland dus niet aan AIDS te overlijden.

Er zijn verschillende soorten hiv-remmers die allemaal op hun eigen manier werken. Zo zijn er medicijnen die ervoor zorgen dat het virus de CD4-cel niet kan binnendringen. Andere medicijnen zorgen ervoor dat het virus zich niet verder kan vermenigvuldigen. Ze werken het virus allemaal op hun eigen manier tegen, met hetzelfde resultaat: minder virusdeeltjes in het bloed. Voor de beste hiv behandeling gebruiken we een combinatietherapie, ook wel cART (combinatie antiretrovirale therapie). Er bestaan verschillende soorten (groepen) hiv-remmers. Als je daar meer over wilt weten, bekijk dan hier de filmpjes die uitleggen hoe die verschillende hiv-remmers werken.

Combinatiemedicijnen

In één pil kunnen meerdere hiv-remmers zitten die allemaal verschillend werken. Je hoeft dan minder pillen te slikken, terwijl je wel alle medicatie binnenkrijgt. Een ander voordeel is dat het ook de werking van de medicijnen zelf versterkt. Er zijn meerdere combinaties mogelijk.

Welke medicijnen krijg je?

In Nederland is de behandeling en begeleiding van kinderen met een hiv-infectie heel goed geregeld en zijn alle medicijnen beschikbaar. Er zijn gespecialiseerde kinder hiv behandelcentra (in vier academische ziekenhuizen in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Groningen). Welke medicijnen je krijgt en wanneer hangt af van je leeftijd, je gewicht, het aantal CD4-cellen en de klachten die je hebt. Maar belangrijk is ook hoe het met je gaat. De behandeling die jij krijgt, is speciaal voor jou gemaakt. Daarbij worden de internationale richtlijnen van bijvoorbeeld de WHO (World Health Organisation, een internationale organisatie die zich bezighoudt met gezondheidszorg), zo veel mogelijk gevolgd. Deze richtlijnen worden regelmatig aangepast aan de laatste ontwikkelingen.

Therapietrouw

Het slikken van hiv-medicijnen is niet niks. Iedereen die het al langer doet weet hoe moeilijk het soms is. Je moet er steeds aan denken om je pillen iedere dag te slikken. Sommige kinderen vinden het vervelend om medicijnen te slikken, omdat ze helemaal niet het gevoel hebben dat ze ziek zijn. Als je er problemen mee hebt, kan het goed zijn om er met iemand over te praten. Met je behandelend kinderarts of hiv-consulent kun je op zoek gaan naar mogelijke oplossingen of trucjes om het makkelijker voor jezelf te maken. Want het is wel heel belangrijk om het vol te houden! Als je je medicijnen verkeerd, onregelmatig of helemaal niet inneemt, kan het hiv-virus zich weer gaan vermenigvuldigen, waardoor mutaties (foute kopietjes) ontstaan en de medicatie niet meer werkt. Het virus is dan dus ongevoelig geworden voor de medicijnen. Dat heet resistentie. Bij resistentie moet je overstappen naar een andere combinatie van medicijnen om het virus de baas te blijven. Maar let op; je kunt maar een paar keer overstappen naar een andere combinatie. Het trouw slikken van je medicijnen is dus heel belangrijk! Zo kun je voorkómen dat je afweersysteem verslechtert waardoor je ziek wordt.

Medicijnen om infecties te voorkomen

Als je weinig CD4-cellen hebt, kun je gemakkelijk infecties krijgen.