Kan iedereen coeliakie krijgen?
Je kunt coeliakie ontwikkelen als je er erfelijke aanleg voor hebt, maar dat hoeft niet. Wie het wel of niet krijgt en waarom of wanneer, is niet duidelijk. Wel weten we dat omgevingsfactoren een rol spelen.
De erfelijke aanleg voor coeliakie ontstaat door het HLA-gen, dat op chromosoom 6 ligt. Mensen met het HLA-type DQ2 of HLA-type DQ8 kunnen coeliakie ontwikkelen. Mensen die dit HLA-type niet hebben kunnen geen coeliakie ontwikkelen. Ongeveer 40% van alle Nederlanders heeft het gen HLA-DQ2 en/of HLA-DQ8, maar een klein aantal ontwikkelt coeliakie, rond de 0.5 tot 3%. Het grootste deel (95%) van de mensen met coeliakie heeft HLA-type 2, de rest heeft HLA-type 8.
Gaat er ook gen-onderzoek bij coeliakie komen?
Gen-onderzoek gaat het antwoord niet geven omdat coeliakie niet erfelijk is zoals bijvoorbeeld het geval is bij hemofilie. Dan is de moeder drager van het hemofilie-gen, en kan de zoon hemofilie krijgen. Bij hemofilie gaat het om één genetisch foutje, bij coeliakie zijn er wel dertig stukjes erfelijk materiaal die verspreid over verschillende chromosomen liggen, en die je gevoelig maken voor coeliakie en dan moet je ook nog de pech hebben dat je bepaalde infecties oploopt om vervolgens echt coeliakie te krijgen. Dus uit gen-onderzoek gaat het antwoord niet komen. Wel uit de antistoftesten, die worden nog steeds beter. We weten heel goed wat de testen wel en niet kunnen aantonen. We biopteren nu veel minder dan vroeger.
Omgevingsfactoren spelen ook een rol bij de ontwikkeling van coeliakie, de belangrijkste factor is gluten. Als je gluten eet komt het in je darm, en dat kan een reactie van je afweersysteem uitlokken. Het is onduidelijk waarom dat bij de een wel gebeurt en bij de ander niet, daar wordt veel onderzoek naar verricht. Het is mogelijk dat de hoeveelheid gluten en het moment waarop ze voor het eerst gegeven worden, een rol spelen bij de ontwikkeling van coeliakie bij kinderen. Maar uit recente onderzoeken blijkt dat het geven van kleine hoeveelheden gluten tussen de leeftijd van vier en zes maanden geen effect heeft op het ontwikkelen van coeliakie. Naar de rol van borstvoeding wordt veel onderzoek verricht. Borstvoeding blijkt geen bescherming te geven tegen de ontwikkeling van coeliakie.
Er lijkt wel verband te zijn met virale infecties, zoals buikgriepinfecties met het rotavirus. Die lijken een verhoogde kans op het ontwikkelen van coeliakie te geven.
Coeliakie kan door bepaalde infecties worden geactiveerd, welke infecties zijn dat?
Dat kunnen er een heleboel zijn, ook veelvoorkomende als een gewoon griepje of een buikgriep. Dan kunnen bepaalde stukjes uit het erfelijk materiaal van zo’n virus door je afweersysteem worden aangezien voor een glutenpeptide. Er ontstaat dan een fatale vergissing in het afweersysteem. Maar om coeliakie te ontwikkelen moet je ook nog in het bezit zijn van heel specifieke afweercellen, de T-cellen die door zo’n virus getriggerd kunnen worden. Het is altijd een meertrapsraket.