Beïnvloedende factoren astma

Het ontstaan van astma komt vaak door verschillende factoren. Je kunt bijvoorbeeld een genetische aanleg hebben. Vaak zijn in jouw familie dan meer mensen astmatisch of hebben ze allergische klachten. Ook omgevingsfactoren spelen een rol. Denk bijvoorbeeld aan allergenen (stoffen die prikkelend werken en een reactie uitlokken in je lichaam) en infecties.

Genetische aanleg

Tientallen tot honderden genen dragen ieder een beetje bij aan de ontwikkeling van astma en allergie. Mogelijk dat hierdoor de verschillende vormen en soorten astma verklaard kunnen worden. Hier wordt veel onderzoek naar gedaan. Steeds meer wordt bekend waar en op welke chromosomen ziektegenen liggen. Bepaalde gebieden op chromosoom 2, 5, 7 en 12 blijken effect te kunnen hebben op de totale IgE-productie, en 3 en 5 op de hyperreactiviteit van de luchtwegen. Bij kinderen met astma onder de vier jaar blijkt een gebied op chromosoom 17 een rol te spelen.

Omdat we weten welke genen een rol spelen bij astma en allergie, weten we ook meer over het ontstaan en de uitingsvormen van astma en allergie. Maar we kunnen het nog niet inzetten als diagnostisch middel, tenminste nu nog niet. Ook bij de werking van medicijnen en het optreden van bijwerkingen lijkt erfelijkheid een rol te spelen.

Obesitas

Obesitas, overgewicht met een Body Mass Index (BMI) boven de 30, kan bij kinderen de kans op astma en de ernst van astma vergroten. Dat heeft verschillende oorzaken: bij obesitas wordt het longvolume minder, en dat heeft invloed op de luchtwegweerstand. Daarnaast is er bij obesitas een lichte, over het hele lichaam verspreide ontsteking die leidt tot verandering van de hoeveelheid hormonen en bepaalde stoffen van het afweersysteem. Die laatste spelen een rol bij het ontstaan van bronchopulmonale hyperreactiviteit. Ook kan bij obesitas voeding vanuit de maag gemakkelijk terugstromen in de slokdarm, dit heet reflux. Dat kan prikkelend werken op de luchtwegen, waardoor ook bronchopulmonale hyperreactiviteit kan ontstaan. Studies laten zien dat er gemeenschappelijke genen zijn waardoor er verhoogde kans bestaat op zowel het ontwikkelen van astma als obesitas.

Inspanningsastma

Inspanningsastma is een vorm van astma die veel bij kinderen voorkomt. De klachten worden uitgelokt door inspanning. Doordat je bij forse inspanning dieper en sneller gaat ademhalen, drogen je luchtwegen uit. Dat geeft een prikkel die ervoor zorgt dat je luchtwegen gaan samentrekken. Dit treedt pas op na een tijdje en na voldoende inspanning. Het is soms moeilijk om inspanningsastma te onderscheiden van astma die uitgelokt wordt door allergieën (zoals bij voetballen op bloeiend gras) of van kortademigheid ontstaan door een gebrek aan conditie. Longfunctieonderzoek tijdens de inspanning, uitgebreide anamnese en goede observatie kunnen duidelijkheid bieden.

Omgevingsfactoren:

Diverse omgevingsfactoren dragen een steentje bij aan de ontwikkeling van astma en allergie.

Allergenen

Allergenen zorgen voor het ontsporen van de afweer. Dit kan leiden tot lokale ontstekingsverschijnselen in de luchtwegen.

Infecties

De relatie tussen infecties en het ontstaan van astma en allergie is zeer ingewikkeld. De afweer speelt bij zowel infecties als astma een belangrijke rol. Hoe ze elkaar beïnvloeden is ingewikkeld. Een voorbeeld is het RS-virus, een veelvoorkomend virus in de wintermaanden, dat zorgt voor neusverkoudheid en ontsteking van longblaasjes. Na de ziekteperiode blijft 30 tot 70% van de kinderen last houden van een piepende ademhaling. Waarschijnlijk spelen de grootte van de luchtwegen en de werking van het immuunsysteem een rol. Na het zesde jaar piepen ze weer net zo als andere leeftijdsgenoten die het virus niet hebben doorgemaakt. Ook andere verkoudheidsvirussen kunnen zulke klachten veroorzaken. Het effect van doorgemaakte infecties op het daadwerkelijk ontwikkelen van astma en allergie is onduidelijk. Zo wordt gedacht dat infecties het ontstaan van astma en allergie op latere leeftijd bevorderen, maar ook dat het doormaken van infecties op jonge leeftijd juist kan beschermen doordat de Th-1-cellen flink worden aangespoord. Zo zie je dat astma een heel ingewikkeld ziektebeeld is, waarover nog niet alles duidelijk is.

Vroeggeboorte

Bij te vroeg geboren kinderen moeten de longen zich verder buiten de baarmoeder ontwikkelen in plaats van in de baarmoeder onder beschermende omstandigheden. Buiten de baarmoeder kunnen de longen worden blootgesteld aan schadelijke stoffen, zoals sigarettenrook of infecties, terwijl ze juist extra kwetsbaar zijn. Zo kan het RS-virus bij te vroeg geboren kinderen veel ernstiger verlopen dan bij voldragen zuigelingen. Of alleen vroeggeboorte uiteindelijk leidt tot de ontwikkeling van astma is niet bekend. Wel is bekend dat bij heel vroeggeborenen de longen zo kwetsbaar zijn dat beademing, infecties en dergelijke kunnen leiden tot blijvende beschadiging; brochopulmonale dysplasie (BPD). Dit maakt de longen wel extra kwetsbaar.

Darmflora

De samenstelling van de bacteriën in de darmen, de darmflora, lijkt van belang te zijn voor het bestaan van T-regulatoire cellen. Of verstoring van de darmflora, zoals bij antibioticagebruik, ook echt meer risico geeft op het ontwikkelen van astma en allergie is niet duidelijk. Meer onderzoek zal hiervoor nodig zijn.

Borstvoeding

Borstvoeding versterkt de afweer van baby’s en lijkt te beschermen tegen het ontwikkelen van astma, allergie, eczeem en allergische rhinitis. Als het tenminste de eerste vier tot zes maanden gegeven wordt als enig voedingsmiddel.

Sigarettenrook

Sigarettenrook is slecht voor de ontwikkeling van de luchtwegen. Roken van de moeder (zowel actief als passief) tijdens de zwangerschap en na geboorte heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van de luchtwegen van het kind. Ook doordat er minder goede adembewegingen van de ongeborene zijn in de baarmoeder, waardoor het vruchtwater zich minder goed door en over de longen verspreidt. De luchtwegen blijken hierdoor minder goed tot ontwikkeling te kunnen komen, waardoor het kind dus kleinere en nauwere luchtwegen heeft. Daarnaast kunnen deze kinderen na verloop van tijd luchtwegklachten krijgen. Bijvoorbeeld een piepende ademhaling en benauwdheid. Een kind dat in de baarmoeder heeft blootgestaan aan sigarettenrook heeft ook een grotere kans op het ontwikkelen van allergie, doordat het al vroeg met een allergeen in aanraking is gekomen.

Groot gezin of kinderdagverblijf

Als het kind opgroeit in een groot gezin of naar een kinderdagverblijf gaat, komt het in aanraking met diverse infecties, waaronder ook luchtweginfecties. De kans op ontwikkeling van astma en allergie op latere leeftijd is daardoor mogelijk kleiner.