Behandeling met luchtwegverwijders
Luchtwegverwijders zorgen ervoor dat de lucht gemakkelijker door de luchtwegen kan stromen. Ze werken op het gladde spierweefsel in de wand van de luchtwegen. Het maakt daarbij niet uit door welk type prikkel (inspanning, rook, huisdier etc.) de luchtwegvernauwing is ontstaan.
Als het gladde spierweefsel samentrekt, waardoor de doorgang van de luchtweg nauwer wordt, wordt dit aangestuurd en veroorzaakt door het parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel. Dit autonome zenuwstelsel gaat buiten het bewustzijn om, je hebt er geen invloed op. Het regelt functies als darmbewegingen, luchtwegspierspanning en nog vele andere. Tegenover dit parasympathisch deel staat het sympathische deel, dat voor ontspanning van het gladde spierweefsel zorgt. Op dit deel werken de luchtwegverwijders, ze geven prikkels af aan de cellen die zorgen voor ontspanning van het gladde spierweefsel. Hierdoor wordt de doorgang van de luchtwegen groter en de lucht kan makkelijker passeren. Maar de medicijnen doen meer. Ze remmen ook de prikkels die zorgen voor het samentrekken van de gladde spieren en de groei van de gladde spiercellen, zoals bij ‘remodelling’ het geval is. Ze zorgen dat de trilhaarcellen het slijm beter kunnen wegwerken en remmen onder andere de afgifte van histamine. Door hun werking op het sympathische zenuwstelsel worden deze luchtwegverwijders beta2-sympathicomimetica genoemd. De toevoeging beta2 (B2) is omdat de medicijnen in de cel via de beta2-receptor werken (een soort antenne op de celwand die het medicijn herkent en het kan binden, vervolgens komt een kettingreactie in de cel op gang).
Er zijn ook luchtwegverwijders met een remmend effect op het parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel. Het medicijn remt prikkels die leiden tot het samentrekken van het gladde spierweefsel. Dit noemt men een anticholinergicum (mv. anticholinergica).
Er zijn ook luchtwegverwijders met een remmend effect op het parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel. Het medicijn remt prikkels die leiden tot het samentrekken van het gladde spierweefsel. Dit noemt men een anticholinergicum (mv. anticholinergica).