Longfunctie onderzoek

Hoe moet je uitleggen wat je voelt bij astma? Wat betekent ‘erg benauwd’ of ‘valt wel mee’. Vooral als je al langer klachten hebt, en je eraan gewend bent. Onderzoek naar de longfunctie kan wat meer duidelijkheid brengen.

Jonge kinderen

Onder de vijf à zes jaar is het moeilijk voor kinderen om mee te werken aan een longfunctieonderzoek. Ze moeten gerichte opdrachten kunnen uitvoeren, en heel jonge kinderen kunnen dat nog niet goed. Daarom wordt er onder de vier jaar een ander onderzoek gedaan. Met de Microrint, die de luchtweerstand meet. Bij kinderen van vier jaar en ouder kan ook een flow-volumemeting worden gedaan.

Hoe doen ze dat?

Tijdens dit onderzoek zit je, met je ouder(s), in een rustige kamer met iemand die veel ervaring heeft en alles goed uitlegt. Je ademt, alleen door je mond, door een mondstuk of mondkapje dat vastzit aan een apparaat dat alle metingen doet en de resultaten weergeeft.

Oudere kinderen

Boven de vijf à zes jaar kunnen kinderen meestal goed meewerken aan het longfunctieonderzoek. Ze kunnen de opdrachten gericht uitvoeren. De volgende onderzoeken zijn mogelijk:

1. flow-volumemeting;

2. bodybox-meting;

3. NO-meting in de uitgeademde lucht;

4. histamine- of methacholineprovocatietest;

5. piekstroommeting (PEF).

Flow-volumemeting

Bij kinderen wordt de flow-volumemeting het meest gedaan. Daarbij wordt gekeken naar de flow (de luchtstroom) en het volume (de inhoud van de longen, dus hoe groot zijn ze). Zo krijg je informatie over de doorgankelijkheid van de luchtwegen. Door tijdens het onderzoek luchtwegverwijdende medicijnen te inhaleren, kun je het effect ervoor en erna meten. Zo kun je dus zien of de medicijnen helpen. Ook krijg je informatie over de prikkelbaarheid van de luchtwegen. Het longfunctieonderzoek wordt tijdens de behandeling meerdere keren gedaan; in het begin om de diagnose te stellen en daarna nog een paar keer om te kijken of de medicijnen effect hebben. Om inspanningsastma vast te stellen kan een longfunctieonderzoek tijdens of na inspanning gedaan worden.

Hoe doen ze dat?

Tijdens dit onderzoek zit je, met je ouder(s), in een rustige kamer met iemand die veel ervaring heeft en alles goed uitlegt. Je ademt, alleen door je mond, door een mondstuk of mondkapje dat vastzit aan een apparaat dat alle metingen doet en de resultaten weergeeft.

Om te voorkomen dat je toch door je neus ademhaalt krijg je een neusklemmetje op je neus (lijkt op een wasknijper). Je moet meestal een paar keer blazen. Ook krijg je pufjes Ventolin, een luchtwegverwijder, om een toename in de doorgankelijkheid van de luchtwegen te meten, dit noemen ze ‘reversibiliteit’.

Omdat je eigen luchtwegverwijdende medicijnen het onderzoek kunnen beïnvloeden mag je ze enige tijd voor het onderzoek niet gebruiken. Vaak wordt geadviseerd de kortwerkende luchtwegverwijders acht uur en de langwerkende 36 tot 48 uur van tevoren niet te gebruiken. Voor combinatiemedicijnen geldt dat je ze de laatste 36 uur voor het onderzoek niet moet gebruiken. De gemiddelde duur van het onderzoek is een halfuur tot een uur.

Bodybox-meting

Bij dit longfunctieonderzoek wordt de inhoud van je longen en de weerstand van de luchtwegen gemeten. Het geeft dus informatie over hoe groot je longen zijn en hoeveel moeite je moet doen om adem te halen.

Hoe doen ze dat?

Ook bij dit longfunctieonderzoek moet je door een mondstuk ademen dat vastzit aan een apparaat. Het apparaat staat in een soort glazen telefooncel. Door de test in een kleine afgesloten ruimte af te nemen liggen de omgevingsfactoren vast zodat de berekeningen juist kunnen worden uitgevoerd.

No-meting in uitgeademde lucht

NO staat voor stikstofmonoxide, dit is een stof die in uitgeademde lucht zit. De hoeveelheid NO is groter als er een ontsteking in de luchtwegen zit, zoals bij astma. De NO-test meet de mate van ontsteking en zegt zo iets over het al dan niet bestaan van astma en de ernst ervan. Het onderzoek wordt ook wel FeNO genoemd, dit staat voor ‘fraction exhaled nitric oxide’, de hoeveelheid NO in de uitgeademde lucht. Deze test kan ook gebruikt worden om de mate van ontsteking te volgen tijdens het gebruik van inhalatiecorticosteroïden. Zo kun je zien of de gebruikte dosis voldoende is of niet. De hoeveelheid NO kan door meerdere factoren beïnvloed worden, zoals roken en ontstekingen in de neusholte.

Hoe doen ze dat?

Door uit te ademen door een klein blaaspijpje, dat aan een meetapparaat vastzit, kan de uitgeademde lucht worden opgevangen en de samenstelling worden gemeten. Om er zeker van te zijn dat alleen de lucht die uit de longen komt gemeten wordt, moet de neus afgesloten worden (de lucht uit de neus kan de NO-waarde namelijk beïnvloeden). Daarom krijg je een neusklemmetje op je neus. Het onderzoek is niet vervelend en zo klaar.

Histamine of methacholine provocatietest

Om te kijken of je een luchtwegvernauwing kunt uitlokken en in welke mate, kun je een histamine- of methacholineprovocatietest doen. Zowel histamine als methacholine kunnen een prikkel geven tot luchtwegvernauwing. De test geeft dus informatie over de mate van prikkelbaarheid van de luchtwegen. Als er een histamineprovocatietest op het programma staat mag je 72 uur van tevoren geen antihistaminica gebruiken. Doe je dit wel dan zullen de metingen niet betrouwbaar zijn.

Piekstroommeting (pef)

Een piekstroommeting is een (niet zo betrouwbaar) middel om de luchtweerstand te meten. Daarom wordt het ook nauwelijks meer gebruikt. De meting kun je thuis doen. Door zo krachtig mogelijk en snel in een handzaam apparaatje uit te ademen, kunnen de geleverde kracht en luchtwegweerstand gemeten worden. Het vervangt niet het longonderzoek dat in het ziekenhuis gedaan wordt, zoals de flow-volumemeting.