Ik kan heel snel warrig worden
Daniël (24) kreeg twaalf jaar geleden de diagnose depressie en psychose. De ziekte en het overlijden van zijn vader hebben bij het ontstaan van zijn klachten een belangrijke rol gespeeld. Zelf zou hij het nu geen psychose noemen.
Hoe oud was je toen het gebeurde?
Ik was een jaar of twaalf, dertien, dat is nu ruim twaalf jaar geleden.
Wat ging eraan vooraf?
Het had een lange aanloop. Ik was altijd een gevoelige jongen, en toen mijn vader ziek werd begonnen ook de pesterijen. Ik werd buitengesloten en mocht niet meer meedoen met spelletjes. Omdat ik vaak naar huis mocht vanwege mijn vader voelde ik me erbuiten staan, ik hoorde er niet meer bij. Mijn vader is lang ziek geweest, zo’n twee jaar, en daarna is hij overleden. In die periode nam ik zelf de touwtjes in handen. Ik had niet veel aansporing nodig, ik ging op tijd naar bed, poetste zelf mijn tanden. Daar had ik mijn moeder niet voor nodig. Ik werd intussen wel steeds ongelukkiger. Ook op school ging het steeds moeizamer. Vooral toen ik naar de middelbare school ging werd het steeds onprettiger. Ik was altijd heel leergierig geweest en vond leren echt leuk. Ik las altijd de Kijk en de Quest, ik smulde van boeken, had een brilletje en was een beetje een nerd. Op de middelbare school begon ik stoer te doen, ik wilde erbij horen. Ik ging heel vroeg roken en een beetje blowen. Dat was niet handig voor mijn gemoedstoestand. Ik werd steeds ongelukkiger.
Wanneer ging het mis?
In groep 8 spijbelde ik al een beetje, maar op de middelbare school werd dat erger. En omdat mijn moeder boos op mij werd, was het thuis ook niet meer veilig. Ik was al zo lang voor mezelf aan het zorgen qua orde en regels, dat ik dat op dat moment niet kon accepteren. Op school werd het ook echt onveilig qua ruzies, ik voelde me helemaal alleen op de wereld. Ik weet nog dat ik een keer naar maatschappijleer wilde, maar ik was al heel lang niet naar school geweest. Toen bleek dat ik niet meer werd verwacht omdat ik een vrijstelling had gekregen van de leerplichtambtenaar vanwege mijn psychische problemen. Ik liep ook steeds meer weg van huis. Ik ben nog een paar keer door vrienden van mijn ouders opgevangen, maar ik was al te verdwaald denk ik, ik wilde niet luisteren.
Was je ook in de war?
Ik was echt in de war en voelde me verloren, maar ik had geen waanbeelden. Ik kreeg de diagnose depressie en psychose, vanwege het feit dat ik een verstoord beeld had met betrekking tot autoriteitsrelaties. Ik luisterde inderdaad niet meer. Zelf zou ik dat nu geen psychose meer noemen, de psycholoog ook niet meer denk ik. Uiteindelijk kreeg ik de diagnose ADHD, vrij zwaar, daar slik ik nog steeds medicijnen voor, dat helpt enorm.
Je had geen hallucinaties?
Nu ik erover nadenk had ik wel akoestische hallucinaties: ik hoorde een deurbel, heel vaak, en ook een sirene. Ik weet nog dat ik die bel de hele tijd hoorde en niet wist wat het was, maar ik ervoer het niet echt als een probleem. Ik had wel heel veel angst en stress omdat mijn vader was weggevallen, in combinatie met het enorm onveilige gevoel dat ik niet meer thuis en op school kon zijn. Ik was echt aan het zwerven. Op basis van de factoren angst, stress en niet willen luisteren zou je kunnen zeggen dat ik in de war was, maar niet dat ik psychotisch was.
Kreeg je psychische hulp voor je problemen?
Nadat mijn vader was overleden liepen mijn broertje en ik bij een psycholoog. Dat intensiveerde met de jaren. We hebben ook gezinstherapie gehad met mijn moeder en ik ben ook een of twee keer in een crisiscentrum beland.
Waarom was dat?
Omdat ik aan het zwerven was en ze vonden dat ik thuis onhandelbaar was. Ik wilde gewoon niet luisteren. Omdat het lang duurde en er geen verandering in kwam, wilden ze me ter observatie opnemen, een open behandeling, maar daar was geen plek. Uiteindelijk ben ik toch in een instelling opgenomen omdat ik aan het zwerven was en echt knetterdepressief was. Ik was ook suïcidaal op bepaalde momenten. De opname ging onder zekere dwang, als ik niet kwam, dan kwamen ze me wel halen, desnoods met politie. Ik heb er een jaar gezeten.
Hoe verging het je daar?
Allereerst kwam ik tot rust. Ik kreeg vrij veel antidepressiva. Ik heb ook heel kort, een week of twee, op antipsychotica gezeten, dat was pas later in mijn behandeling. Ik werd eerst voor de depressie behandeld. Ik werd vrij snel rustig. Ik zat op de gesloten afdeling van de kinderpsychiatrie, vrij heftig, maar ik was wel op mijn plek daar. Ik had rust en kon me ontspannen, het was veilig en gestructureerd, en ik had geen problemen meer met school en mijn moeder. Ik kon daar gewoon zijn. Er werd gepraat en geluisterd en dat was heel prettig.
Ook de somberheid werd aangepakt?
Ja, met pillen werd het flink onderdrukt. Daarna ging ik naar de observatieafdeling, om te kijken naar welke behandelgroep ik moest. Ik werd ingedeeld bij de klinische psychotherapie. Een afdeling waar veel eigen input werd gevraagd. Er was heel veel therapie vergeleken met de andere groepen. We kregen drama, sporttherapie, creatieve therapie, groepstherapie en moesten heel veel praten. Ook hadden we twee uur per dag school. Het was voor mij wel goed, al die verschillende dingen. Bij de creatieve therapie liep ik tegen mijn issues aan. Daar kon ik dan aan werken.
Kun je een voorbeeld geven?
Ik had altijd dromen dat ik iemand probeerde te slaan om mezelf te verdedigen, maar dat mijn arm dan door een soort blubberige pudding heen ging en ik niet sterk kon zijn. Dat verwerkte ik in een tekening en toen kreeg ik extra motorische therapie. Het bleek dat ik lichamelijk erg vastzat. Ik moest met mijn therapeut stoeien en werd dan uitgedaagd om steeds verder te gaan. Ik realiseerde me dat ik mezelf tegenhield en dat ik wel de kracht had om daarmee om te gaan.
Hoe voelde je je na dat jaar?
Best wel relaxed, ook wel goed. Ik had een gevoel van succes. Alles was vrij gestaag in een opwaartse lijn gegaan. Er werden doelen gesteld, ik kon er soort van excelleren. Dat gaf me een trots gevoel. Dat ik dingen kon en overwinnen, en verder kon komen. Ik kon ook goed vrienden maken. Ik stond sociaal sterker in mijn schoenen.
Ging je daarna weer naar school?
Ik had de mazzel dat ik naar een particuliere school kon waar ik twee jaar in een jaar kon doen. Ik had op het gymnasium gezeten maar ik had geen klas afgemaakt. Dat moest ik allemaal inhalen. Op de helft van het jaar begon ik met 3-4 mavo, die twee jaar heb ik in een halfjaar gehaald. Het jaar daarop deed ik 4-5 havo en het jaar daarop 5-6 vwo. Uiteindelijk was ik eerder klaar dan de mensen met wie ik was begonnen. Dat was wel apart. Die schooltijd was heel prettig voor mij omdat het een heel gestructureerde omgeving was. Daarna kreeg ik opnieuw problemen. Elke keer als ik weinig structuur heb, liggen depressie en chaos op de loer. Structuur is heel belangrijk voor mij.
In de periode dat je samen met je broer in therapie ging, was je toen al somber?
Ja, dat was een heel heftige periode. Over de hele linie was dat drama. Mijn vader was heel ziek, maar hij kreeg een experimentele behandeling waardoor hij tussendoor nog een halfjaar goed was. Toen hebben we nog allemaal leuke dingen gedaan met het gezin, we zijn o.a. naar Afrika geweest. Dat was een tijd waarin het qua autoriteit ook ingewikkeld was. De vader-kindrelatie raakte verward, dat werd meer vriendschappelijk. Maar het was heel mooi om dat nog samen mee te maken.
Kon je er met kinderen van jouw leeftijd over praten?
Ik had een paar vriendjes die ik nog van de crèche kende, maar er waren geen vrienden aan wie ik dit kon vertellen. Ik voelde me helemaal alleen.
Daardoor moest je alles alleen doen?
Ja, dat klopt. Dat heb ik nu ook nog steeds, ik wil alles zelf oplossen.
Had je niet het verlangen om iemand te zoeken om mee te praten?
Jawel, ik had zo nu en dan iemand waarmee ik kon praten, maar ik voelde me ook heel erg onbegrepen. Ik had in die tijd ook wel gesprekken met de psycholoog, maar het frustreerde me dat er niets veranderde. Ik was toen op een leeftijd dat ik misschien ook niet zo goed begreep wat er aan de hand was. Ik was twaalf jaar, ik was verdwaald. Als ik zie wat voor trauma ik eraan over heb gehouden, de onthechting die ik ervaren heb, eerst door het wegvallen van mijn vader, daarna doordat de thuissituatie zo moeizaam werd. Daar ben ik vandaag de dag nog steeds mee aan het dealen.
Heb je in die periode ook geblowd?
Ja, ik werd er kalmer van. Het verdoofde de spanning en het verdriet. Ik begon ermee omdat ik stoer wilde doen en erbij wilde horen. Ik ben snel overprikkeld en heb weinig controle om externe prikkels tegen te houden, en ik kan moeilijk omgaan met mijn eigen interne prikkels. Ik ben altijd spontaan, superblij of heel verdrietig, huilen bij een film, het gaat alle kanten op. Op het moment dat mijn wereld te ongestructureerd raakt, loop ik van alle kanten over. Ik blowde om dat te dempen, met als langetermijngevolg dat het alleen maar erger werd. Maar de stress en de onveiligheid waren de basis, daar ging het mis. Niet het blowen. Ik had die discussies ook met mijn moeder, die dacht dat het van het blowen kwam. Zeker bij jongeren is blowen vaak een enorme trigger voor een psychose, maar ik heb het daarna nooit meer gehad.
Heb je de hele middelbare school geblowd?
Dat was vooral het eerste jaar op de havo, ik had de mavo al achter de rug. Ik had ook meteen vwo mogen doen, maar ik wilde eerst de havo doen zodat ik meer tijd had voor vrienden. Dat werd misschien wat meer dan de bedoeling was. We deden ook stoute dingen. Als ik dat op school vertelde, werd ernaar geluisterd, het had geen consequenties, ik werd niet gestraft of zo. Ik ging gewoon naar school en bleef mijn werk doen. Dat gaf me wel een veilig gevoel. Thuis ging dat mis. Er was te veel stress, het was meteen: waar heb je die joint vandaan? Met wie heb je geblowd? Waar ben je geweest? Dat maakte het voor mij niet mogelijk om thuis te blijven.
Wat voor advies zou je geven aan andere jongeren die zoiets meemaken?
Probeer een luisterend oor te vinden, iemand met wie je kunt praten zonder dat daar consequenties aan vastzitten. Ik vind dat de omgeving je wat meer ruimte moet geven als je problemen hebt. Bij mij moesten de dingen meteen opgelost worden. Van je omgeving, maar ook van jezelf, moet je wat meer tijd vragen; het gaat nu mis, maar het hoeft niet direct allemaal weer goed te komen. Die druk kan soms averechts werken. En veel rust nemen en slapen.
Deed je dat niet?
Nee, maar in de instelling wel. Slapen en rust was daar erg aan de orde. Ik werd ingekaderd, dat bracht zo veel rust met zich mee.
Als de structuur wegvalt, ontstaat er gedoe?
Ja, dat blijft belangrijk, zeker met mijn achtergrond. Als het minder goed gaat, raak ik mijn routines kwijt. Ik kan dan heel warrig worden. Dat is het eerste wat gebeurt als ik de verkeerde kant op dwarrel.
Is dat ook derealisatie? Dat je niet ingeplugd bent?
Ja, heel erg. Vanwege mijn ADHD heb ik een slecht geheugen, dingen zijn zo vluchtig dat het moeilijk is om ze vast te leggen. Als ik overprikkeld ben, heb ik niet alleen weinig controle over wat ik nog moet doen, maar kan ik ook niet goed terugvallen op wat is geweest. Ik kan bijvoorbeeld bedenken dat ik straks mijn sleutels nodig heb om weg te fietsen. Dan moet ik daar bewust aan gaan denken. Anderen doen dat automatisch. Dan sta ik buiten en blijkt dat ik toch mijn sleutels vergeten ben.
Wat doe je daaraan?
Het beste wat werkt is routine. En sporten, hardlopen, helpt goed. Vooral ochtendroutine is belangrijk. Ik sta elke dag op dezelfde tijd op. Ik heb een lijstje van schijnbaar normale dingen, zoals tandenpoetsen en medicijnen innemen. Die medicijnen slik ik nu sinds twee jaar en dat werkt goed, een antidepressivum dat ook werkt op mijn ADHD. Dat is voor mij ideaal omdat ik van alle stimulansmiddelen alleen maar nog meer hyper word, dit brengt echt rust. Ik probeer er nu wel vanaf te komen. Dat is een doel van mijn nieuwe behandeling. Ik geloof heel erg in een maakbare omgeving. Die moet ik zo instellen dat ik er geen problemen mee heb. Ik moet geen stressbaan hebben, ik werk het liefst buiten met mijn handen. Dat doe ik nu ook. Het hebben van een baan helpt ook.
Die derealisatie, word je daar bang van?
Ja, dan heb ik niet meer het gevoel dat ik de controle heb. Dat heb ik soms nog steeds, het wisselt van dag tot dag. Dit jaar was lastig, met corona en werkverlies. Ik was decorbouwer, dat ging heel goed. Ik kan me goed voorstellen dat er nu meer mensen met psychische problemen rondlopen.
Wil je nog iets kwijt Wat mijn opname betreft is het fijn dat ik eruit getrokken ben, maar het zou beter zijn als er meer laagdrempelige plekken zijn waar je structuur en rust kunt vinden zonder dat je meteen een inrichting ingaat, met alle gevolgen van dien. Ik zat daar met mensen die zware gedragsproblemen hadden, er was veel geweld op die plek. Dat krijg je ook allemaal mee, dat hoeft niet als je eerder ergens een rustpunt kunt vinden, een soort logeerhuis of zo.