Wat gaat er mis bij HAE?

Hereditair angio-oedeem (HAE) wordt meestal veroorzaakt door een foutje in het gen dat zorgt voor de aanmaak van het eiwit C1-esteraseremmer. Hierdoor heb je een tekort aan het eiwit C1-esteraseremmer (type 1) of werkt C1-esteraseremmer niet goed (type 2).

C1-esteraseremmer wordt aangemaakt in je lever en afgegeven aan het bloed. Het remt de aanmaak van bradykinine in je bloedplasma, waardoor geen vocht onnodig naar buiten kan lekken.

Als je HAE hebt, maak je door het tekort aan goedwerkend C1-esteraseremmer te veel bradykinine aan. Bradykinine zorgt ervoor dat er ruimte komt tussen de cellen van de bloedvatwand, waardoor vocht vanuit het bloedvat naar buiten kan lekken.

C1-esteraseremmer

C1-esteraseremmer heeft verschillende functies in je lichaam. Zo heeft het een regulerende werking op een aantal kettingreacties die te maken hebben met de afweer tegen ziekteverwekkers (complement cascade en kininesysteem) en de bloedstolling (stollingscascade en fibrinolyse). De stoffen die bij deze kettingreacties betrokken zijn, bevinden zich in het bloedplasma.

C1-esteraseremmer is een krachtige remmer van het kininesysteem, waardoor geen vocht uit je bloedvaten kan lekken. Dit noemen we ook wel de contactactivatieroute.

Bradykinine wordt in een paar stappen aangemaakt in het kininesysteem.

Dit proces kan in gang gezet worden door een prikkel, zoals stress of een infectie, die Factor XII (12) activeert. Geactiveerd Factor XII (= FXIIa) zorgt dat prekallikreïne (PKa) wordt omgezet in kallikreïne (KK). Kallikreïne knipt het peptide bradykinine (BK) los van het hoogmoleculairgewichts-kininogeen (HK).

Bradykinine bindt zich vervolgens aan de Bradykininereceptor type 2 (BK-2) waardoor de cellen van het bloedvat uiteenwijken en vocht vanuit het bloedvat naar het omliggende weefsel kan lekken.

Kallikreïne activeert nog meer Factor XII (12) waardoor je nog meer bradykinine aanmaakt.

C1-esteraseremmer kan de aanmaak van bradykinine en daarmee de lekkage remmen door Factor XII en kallikreïne aan zich te binden. De gebonden stoffen worden vervolgens uit je bloed verwijderd en afgebroken in je lever.

Andere vormen van HAE

Naast HAE met verlaagde C1-esteraseremmeractiviteit, kent HAE enkele nog veel zeldzamere vormen. Het ziektebeeld lijkt op HAE type 1 en 2, maar bij deze vormen werkt C1-esteraseremmer wel normaal. Er zijn op dit moment vier vormen bekend: factor XII-geassocieerd HAE, plasminogeen geassocieerd HAE, angiopoietine-1 geassocieerd HAE en idiopatisch HAE). Mogelijk worden in de toekomst nog meer vormen van HAE ontdekt met normale activiteit van de C1-esteraseremmer.

Factor XII-geassocieerd HAE

Factor XII-geassocieerd HAE komt vooral bij vrouwen voor. De aanvallen hebben vaak te maken met de blootstelling aan een verhoogde hoeveelheid oestrogenen, vrouwelijk hormonen, zoals bij het gebruik van de pil, bij zwangerschap of bij hormonale therapie.

Door een foutje in het Factor XII-gen wordt Factor XII (12) sneller geactiveerd dan normaal, waardoor je te veel bradykinine aanmaakt. De behandeling is hetzelfde als bij HAE type 1 en 2.