Medische informatie diabetes mellitus
Diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een ziekte waarbij je last hebt van verhoogde bloedsuikerspiegels (glucose). Er bestaan meerdere soorten diabetes. Type 1 en 2 komen het meest voor bij kinderen.
Diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een ziekte waarbij je last hebt van verhoogde bloedsuikerspiegels (glucose). Er bestaan meerdere soorten diabetes. Type 1 en 2 komen het meest voor bij kinderen.
Het aantal gevallen van diabetes stijgt jaarlijks en de ziekte komt steeds vaker op jongere leeftijd voor. Tot de leeftijd van vijftien jaar zijn er ongeveer 5000 kinderen met diabetes en tot achttien jaar ongeveer 8000 kinderen. Jaarlijks wordt bij ongeveer 500 nieuwe kinderen de diagnose diabetes gesteld.
Je kunt diabetes niet rechtstreeks erven van je ouders. Wel de aanleg ervoor. Of je echt diabetes krijgt, hangt bij diabetes type 2 deels af van leef- en voedingsgewoonten. Over wat diabetes type 1 in gang zet, is minder bekend.
Bij diabetes mellitus type 1 maakt je lichaam geen insuline aan. De glucose (suiker) in je bloed wordt hierdoor niet opgenomen in de lichaamscellen waardoor de glucosewaarde in je bloed te hoog wordt. Met andere woorden de glucose (suiker) blijft in je bloed zitten en gaat niet naar de cellen. Daardoor krijgen de cellen in je lichaam te weinig brandstof. Deze vorm van diabetes kun je op alle leeftijden krijgen, maar meestal ontstaat type 1 al op jonge leeftijd.
Bij type 2 diabetes maakt je lichaam nog wel insuline, maar niet voldoende. Of soms doet de insuline zijn werk gewoon niet goed. Ook dan blijft er teveel glucose in je bloed achter en komt er te weinig in je lichaamscellen. Type 2 diabetes komt voor op alle leeftijden, maar vooral bij ouderen en bij mensen met overgewicht. En omdat steeds meer kinderen te dik zijn, komt deze vorm van diabetes steeds vaker voor op jongere leeftijd.
Klachten die bij een te hoge glucosewaarde (hyper) horen zijn veel plassen, erge dorst, een droge tong en veel willen drinken. En omdat je lichaam te weinig energie krijgt voel je je moe en kun je mager worden terwijl je wel genoeg eet.
Als diabetes mellitus is vastgesteld, moet je insuline krijgen. Dit moet een paar keer per dag, maar altijd nadat de glucosewaarde (bloedsuikerwaarde) is bepaald. Zo weet je wat de juiste dosering insuline is om een te hoge (hyper) of een te lage glucosewaarde te voorkomen.
Behandeling is erg belangrijk omdat een hoge bloedsuikerwaarde schade kan toebrengen aan bloedvaten en zenuwstelsel. Op lange termijn kunnen hierdoor hart- en vaatziekten, nierziekten, oogaandoeningen, slechte wondgenezing en gevoelsstoornissen ontstaan.
Hieronder is een overzicht van de 10 meest gestelde vragen uit de rubriek veel gestelde vragen (FAQ).
Het aantal gevallen van diabetes stijgt jaarlijks en de ziekte komt steeds vaker op jongere leeftijd voor. Tot de leeftijd van vijftien jaar zijn er ongeveer 5000 kinderen met diabetes en tot achttien jaar ongeveer 8000 kinderen. Jaarlijks wordt bij ongeveer 500 nieuwe kinderen de diagnose diabetes gesteld.
Je kunt diabetes niet rechtstreeks erven van je ouders. Wel de aanleg ervoor. Of je echt diabetes krijgt, hangt bij diabetes type 2 deels af van leef- en voedingsgewoonten. Over wat diabetes type 1 in gang zet, is minder bekend.
Bij diabetes mellitus type 1 maakt je lichaam geen insuline aan. De glucose (suiker) in je bloed wordt hierdoor niet opgenomen in de lichaamscellen waardoor de glucosewaarde in je bloed te hoog wordt. Met andere woorden de glucose (suiker) blijft in je bloed zitten en gaat niet naar de cellen. Daardoor krijgen de cellen in je lichaam te weinig brandstof. Deze vorm van diabetes kun je op alle leeftijden krijgen, maar meestal ontstaat type 1 al op jonge leeftijd.
Bij type 2 diabetes maakt je lichaam nog wel insuline, maar niet voldoende. Of soms doet de insuline zijn werk gewoon niet goed. Ook dan blijft er teveel glucose in je bloed achter en komt er te weinig in je lichaamscellen. Type 2 diabetes komt voor op alle leeftijden, maar vooral bij ouderen en bij mensen met overgewicht. En omdat steeds meer kinderen te dik zijn, komt deze vorm van diabetes steeds vaker voor op jongere leeftijd.
Klachten die bij een te hoge glucosewaarde (hyper) horen zijn veel plassen, erge dorst, een droge tong en veel willen drinken. En omdat je lichaam te weinig energie krijgt voel je je moe en kun je mager worden terwijl je wel genoeg eet.
Als diabetes mellitus is vastgesteld, moet je insuline krijgen. Dit moet een paar keer per dag, maar altijd nadat de glucosewaarde (bloedsuikerwaarde) is bepaald. Zo weet je wat de juiste dosering insuline is om een te hoge (hyper) of een te lage glucosewaarde te voorkomen.
Behandeling is erg belangrijk omdat een hoge bloedsuikerwaarde schade kan toebrengen aan bloedvaten en zenuwstelsel. Op lange termijn kunnen hierdoor hart- en vaatziekten, nierziekten, oogaandoeningen, slechte wondgenezing en gevoelsstoornissen ontstaan.
Hieronder is een overzicht van de 10 meest gestelde vragen uit de rubriek veel gestelde vragen (FAQ).
- Wanneer heb je diabetes type 2?
- Wat moet je doen bij een hyper?
- Hoe herken je diabetes?
- Wat is het verschil tussen diabetes type 1 en type 2?
- Wat is een hypo?
- Wat is een hyper?
- Mag je alcohol drinken met diabetes?
- Wat mag je eten met diabetes?
- Hoeveel glucose mag er in je bloed zitten?
- Wat moet je doen bij een hypo?