Uitzoeken waar de buikpijn vandaan komt
Als je vaak last van buikpijn hebt, is het verstandig om een afspraak te maken met je huisarts of de kinderarts voor verder onderzoek en eventuele behandeling.
Wanneer moet je bij buikpijn iets doen?
Als een kind incidenteel buikpijn heeft, hoef je daar niks mee. Maar als een kind een tot twee keer per week klaagt over buikpijn, dan moet je dat onderzoeken. De meeste kinderen geven buikpijn aan rondom de navel. Ook kinderen met een longontsteking of een oorontsteking, dus dat maakt de diagnose moeilijk. Zeker bij kinderen onder de acht jaar. Als ouders een kind niet kunnen afleiden met een spelletje of een boekje lezen, en het kind blijft klagen over buikpijn, dan is het tijd om naar de huisarts te gaan.
Wat kan een huisarts doen?
Allereerst goed uitvragen. Hoe vaak heeft het kind buikpijn en hoe pijnlijk is het? En als het kind pijn heeft, wordt het dan een beetje bleek. Dan is er vaak meer pijn dan je denkt. Heeft het kind een bolle buik, is het winderig en moet het veel boeren laten, dan speelt lucht een belangrijke rol. Ook belangrijk is hoe het zit met de ontlasting. Hoe vaak gaat het kind naar de wc? Bij kinderen is drie keer per week tot drie keer per dag ontlasting normaal. Als een kind drie keer per week poept en het heeft geen andere klachten, is er bijna nooit wat aan de hand. Heeft het kind vieze onderbroeken, dan kan dat een teken zijn van obstipatie die gepaard kan gaan met buikpijn. Dan is het nog belangrijk om te weten of er bloedverlies of slijmverlies is bij de ontlasting. Ziet het kind wel eens geel, dan kan het galstenen hebben, heeft het pijn met plassen, dan kan het nierstenen hebben, is er koorts dan kan dat duiden op een urineweginfectie. Heeft het gewrichtsklachten, dan kun je denken aan een inflammatoire darmziekte.
De dokter kijkt dan waar je buikpijn vandaan komt, wat eraan te doen is én hoe je er het beste mee om kunt gaan. Je krijgt een uitgebreid gesprek (anamnese) en een lichamelijk onderzoek om achter de oorzaak van de buikpijn te komen. Soms krijg je van tevoren al een vragenlijst toegestuurd, die kun je dan tijdens de afspraak samen met de dokter bespreken. Het is ook goed om een week of twee een dagboekje bij te houden. Zo wordt duidelijk wat voor soort buikpijn je hebt, hoe vaak je het hebt en of er een patroon is. Ook wordt gevraagd welke klachten je verder nog hebt, hoe je ontlasting is en wat voor invloed de buikpijn heeft op je dagelijks leven. En of er bepaalde dingen zijn die de buikpijn uitlokken en wat jou helpt om de pijn te verminderen. Ook belangrijk om te weten is wat je eet, hoe je slaapt, welke medicijnen en andere middelen (alcohol of drugs) je gebruikt, of er veranderingen zijn, of je zorgen hebt, of er dingen zijn die je bezighouden, hoe je thuissituatie is, hoe je verdere gezondheid is en of er ziekten of andere gezondheidsproblemen zijn in je familie. Bij lichamelijk onderzoek wordt er gekeken naar je buik, de plek waar je de pijn voelt, je darmen, lever en milt. En ook je huid, mond, anus, geslachtsorganen, gewicht, lengte, puberteitsontwikkeling en bloeddruk worden onderzocht.
Soms is aanvullend onderzoek nodig, zoals bloedonderzoek of onderzoek van je ontlasting. Een echografie van je buik of een maag- of darmscopie, kan ook nodig zijn.
Als je last blijft houden van buikpijn en er wordt geen organische oorzaak gevonden, dan kan het functionele buikpijn zijn.
Hoe worden kinderen met buikklachten naar jullie verwezen?
Dat kan op verschillende manieren. De meeste patiënten hier in de derde lijn (academisch centrum) komen voor een tweede of derde mening of via een huisarts of kinderarts vanuit de regio. Of omdat zij over ons Kinderbuikcentrum hebben gehoord waarna een verwijzing komt. En heel soms komen ze vanuit ons eigen ziekenhuis als de behandelend kinderarts er niet verder mee komt. Maar het overgrote deel komt via algemene kinderartsen uit andere ziekenhuizen verspreid in heel Nederland.
Wat doen huisartsen als kinderen buikklachten hebben?
Samen met het NHG, het Nederlands Huisartsen Genootschapuisartsen Genootschap,, hebben we de richtlijn 'Functionele buikpijn bij kinderen' ontwikkeld. Het is heel erg belangrijk dat deze richtlijn er is. Hiermee hebben we als het ware een soort zorgpad gemaakt met follow-up en evaluatie. Voor deze kinderen moet je echt de tijd nemen. Zij hebben naast een uitgebreide anamnese en lichamelijk onderzoek vervolgens veel uitleg nodig. Ik doe niet heel veel andere dingen dan de huisarts, maar het verschil zit hem vaak toch in tijd ervoor kunnen nemen, inclusief uitleggen en natuurlijk de ervaring met deze problematiek. Uitzoeken waar de patiënt bang voor is, wat is zijn of haar idee, wat is nog niet goed onderzocht? Als de huisarts een heel vol spreekuur heeft, is dat een heel grote uitdaging. Van belang is om een positieve diagnose te bevestigen en dan vervolgens de tijd nemen om uitleg te geven en behandelopties te bespreken volgens de richtlijn.
Wat komt daar dan uit?
Wat je wilt weten is of er een lichamelijke (organische) of een functionele oorzaak is voor de buikpijn. We denken dat buikpijn bij 10 tot 20% van kinderen die zich bij de huisarts of kinderarts presenteren organisch is. Vaak is dat een glutenovergevoeligheid, een inflammatoire darmziekte of een andere ziekte die niet zo veel voorkomt. De meeste kinderen hebben buikpijn zonder dat er een organische oorzaak voor gevonden wordt. Dat noemen we functionele buikpijn als er geen ontlastingsproblemen bij zijn. We spreken van prikkelbare darm syndroom (PDS) als je buikpijn hebt én een ontlastingsprobleem. Een deel van de kinderen heeft buikpijn en een onregelmatige stoelgang, en een ander deel heeft buikpijn met vaak diarree. Bij het prikkelbare darm syndroom zijn er dus geen lichamelijke oorzaken. We kunnen dan een duidelijke diagnose stellen. Het is belangrijk om bij de ouders te benoemen dat je heel goed erkent dat het heel veel voorkomt, maar dat het veel voorkomt wil nog niet zeggen dat je een panklare oplossing daarvoor hebt.
Alarmsignalen
Soms kun je buikpijn hebben of veranderingen in je klachten krijgen, waarmee je direct naar een arts moet gaan. Die kan dan kijken of er een ziekte of probleem is waar snel wat aan gedaan moet worden.
Ga bij de volgende alarmsignalen direct naar een arts;
- Hevige buikpijn die niet minder wordt
- Als je suf wordt of je bewustzijn verandert
- Gewichtsverlies, zonder dat het de bedoeling is
- Bloederige diarree, bloederige vaste ontlasting, bloedverlies via je anus of bloederig braken
- Heel erg en aanhoudend overgeven, galbraken of moeite met slikken
- Aanhoudende diarree, ontlasting die niet komt, afwijkingen rond je anus
- Pijn bij het plassen, pijn in je zij, bloed bij het plassen of andere veranderingen bij het plassen
- Onverklaarde koorts
- Darmziekten in je (directe) familie, zoals IBD, coeliakie, familiaire mediterrane koorts
- Pijnklachten op andere plekken, zoals gewrichten of rug
- Veranderingen aan je huid of slijmvliezen, zoals eczeem, uitslag, ontstekingen en aften
- Afname van je lengtegroei; je groeit niet meer of minder snel dan verwacht