Functionele buikpijn
Functionele buikpijn is buikpijn die je al lang hebt, zonder dat er lichamelijke problemen zijn die de klachten verklaren. Bij functionele buikpijn spelen je darmen, zenuwstelsel en brein een rol. Als ze niet goed samenwerken (communiceren) kun je buikpijn krijgen.
Je darmen communiceren via je zenuwen met je brein, zo kunnen er signalen uitgewisseld worden. Je darmen krijgen bijvoorbeeld het signaal om meer of minder te bewegen, om voedsel vanuit je maag door te laten stromen naar je darm, om te poepen of de poep juist op te houden en nog veel meer. Prikkels in je darmen worden ook doorgegeven naar je brein en afhankelijk van je gevoeligheid, voel je wel of geen pijn.
Als het samenspel tussen je darmen en je brein veranderd is, kunnen je darmen gevoeliger zijn en kun je buikpijn krijgen, functionele buikpijn. Door het veranderde samenspel, kan de werking van je darmen of je ontlasting ook veranderen, je kunt diarree krijgen of juist verstopping en je kunt misselijk zijn of minder zin hebben in eten. Je darmen en je brein zijn dus met elkaar verbonden en ze hebben invloed op elkaar. Gevoelens kunnen zich ook uiten via je darmen. Als je verliefd bent voel je dat vaak in je buik, en als je zenuwachtig bent voor een examen of een wedstrijd, kun je zomaar diarree krijgen.
Er zijn verschillende redenen waardoor het samenspel tussen je darmen en je brein kan veranderen. Als je angstig of gespannen bent kun je dus buikpijn en darmklachten krijgen en daardoor kun je ook weer spanning en angst voelen. Dat kan er samen voor zorgen dat je buikpijn erger wordt of niet overgaat. Het kan helpen als je weet waar je bang voor bent, dan kun je daar samen met iemand die je vertrouwd over praten.
Soms is er wel een lichamelijke (organische) oorzaak die zorgt voor een veranderd samenspel tussen darmen en brein. Dan heb je bijvoorbeeld buikgriep gehad en je hebt nog steeds buikpijn, terwijl de buikgriep al voorbij is. Als je dat hebt is het belangrijk om naar de dokter te gaan, zodat duidelijk wordt waar je buikpijn vandaan komt en wat je eraan kunt doen.
Als ik denk dat het functionele buikpijn is of het prikkelbare darm syndroom, dan maak ik een tekening en dan leg ik uit dat het soms heel lang kan duren, maar dat het natuurlijke beloop van buikpijn wel gunstig is. Want ook als je niks doet, en een aardige dokter treft, is 80% vaak binnen een jaar beter. Verder leg ik uit wat de oorzaken van de buikpijn kunnen zijn. We denken dat er sprake is van een overgevoeligheid van de darm die gevoed kan worden door verschillende oorzaken. De belangrijkste is stress. Dat kan komen door seksueel misbruik, fysiek geweld, verwaarlozing, pesten op school, of de hele dag op TikTok zitten en veel filmpjes kijken. Pesten op school is overigens een veel voorkomende oorzaak. Ik laat in een tekening ook zien hoe de darm en het brein met elkaar in verbinding staan. Als je verliefd bent of verdrietig, dan voel je dat in je buik. Dat betekent niet dat je gek bent, maar dat die systemen met elkaar samenwerken. Dat noemen we de brein-darm-as.
We weten al heel lang dat kinderen en volwassenen met functionele buikklachten zoals prikkelbaar darm syndroom (PDS) vaker angstig zijn en last hebben van depressiviteit. Bij kinderen zie je regelmatig perfectionisme, en er zijn ook dikwijls grote life events geweest. De relatie tussen emotie, psyche en lichamelijke klachten is daar al lang bekend. Met de inmiddels verkregen kennis over en inzicht in het microbioom en neurotransmitters, is duidelijk geworden dat het brein niet alleen invloed heeft op de darmen, maar dat de darmen ook van invloed zijn op het brein. Als je bijvoorbeeld poep van angstige muizen overbrengt naar de darmen van niet angstige muizen, dan worden die laatsten ook angstiger. We praten nu dus over “stoornissen in de brein-darm interactie” als het gaat over PDS en vergelijkbare aandoeningen.
Is er een relatie tussen de hersenen en het maagdarmstelsel?
Op basis van de anamnese en het lichamelijk onderzoek, durf ik in principe bij 90% van de kinderen al te zeggen dat het om een functionele aandoening gaat. Je hoeft niet bang te zijn voor de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa of iets met de alvleesklier, dat soort dingen. Wat wel veel voorkomt in Nederland is coeliakie, ongeveer één op de honderdvijftig mensen in Nederland heeft coeliakie. De meesten daarvan hebben geen klachten. Een kind met buikpijn heeft een vier keer zo grote kans heeft dat er iets van coeliakie onder zit. Daarom kijken kinderartsen en huisartsen altijd even of daar sprake van is.
Zijn er nog andere oorzaken voor die overgevoeligheid?
Als je een infectie gehad hebt, kan dat ook tot overgevoeligheid leiden. Dat is bij ongeveer 10% van de kinderen zo. Ook de darmflora kan een rol spelen. Veel mensen kopen probiotica zoals Yakult of Activia, maar er is nog niet bewezen of dat wat doet. We doen er veel onderzoek naar, maar het is nog volstrekt onduidelijk hoe dat precies zit. We hebben ook gezonde mensen nagekeken, en het blijkt dat 60% van die mensen parasieten bij zich draagt zonder dat ze klachten hebben. Dus we denken eigenlijk dat dit geen veroorzaker van buikpijn is. Voeding is wel een belangrijk item. Veel mensen kunnen niet goed tegen melksuiker, dat noemen we een lactose-intolerantie. Dat kan zorgen voor een bolle buik, winderigheid en diarree. Als mensen die symptomen niet hebben, twijfel ik aan die intolerantie. Hetzelfde geldt voor andere suikers, zoals fructose. Dat zit bijvoorbeeld in appelsap. Als je heel veel appelsap drinkt, krijgt iedereen buikpijn.
Verschillende vormen van functionele buikpijn
Als je last hebt van functionele buikpijn, is het vaak moeilijk om uit te leggen waar de pijn zit en wat het voor pijn is. De pijn kan rond de navel zitten of verspreid over je hele buik. Je kunt ook last hebben van misselijkheid, hoofdpijn en bleekzien, en je kunt je duizelig voelen of vermoeid zijn. De pijn duurt meestal niet langer dan een uur en verdwijnt weer vanzelf. Soms heb je spanningen of is er iets anders waardoor je pijn krijgt of het erger wordt. Neem bij alarmsignalen altijd contact op met de dokter.
Er zijn verschillende vormen van functionele buikpijn;
- Functionele dyspepsie; je hebt pijn, een gevoel van zuurbranden of een onprettig gevoel in de bovenbuik, zonder dat er alarmsignalen zijn. Je hebt al langer dan twee maanden klachten en vaker dan vier dagen per maand. Je kunt ook last hebben van snel ‘vol zitten’, een opgeblazen gevoel, misselijkheid en overgeven. Als je snel vol zit en minder eet dan normaal, noemen we dat een postprandiaal distress syndroom. Misselijk voelen, een opgeblazen gevoel en boeren laten hoort daarbij. Pijn in je bovenbuik die niet minder wordt als je gepoept hebt en die opkomt of juist minder wordt tijdens het eten, noemen we een epigastrisch pijn syndroom.
- Prikkelbaar darmsyndroom (PDS); is aanhoudende buikpijn (langer dan twee maanden en vaker dan vier dagen per maand) met veranderingen in je ontlasting, zonder dat er alarmsignalen zijn. Typisch voor PDS is dat de buikpijn minder wordt na het poepen. Soms is het laatste deel van je dikke darm (rectum) gevoeliger en reageert het anders op voeding of ontlasting. Je kunt last hebben van PDS met diarree, met obstipatie of met allebei.
- Functionele buikpijn, niet nader omschreven; buikpijn die al langer dan twee maanden en vaker dan vier keer per maand duurt, zonder alarmsignalen en die niet past bij de andere vormen van functionele buikpijn. Er is ook geen lichamelijke oorzaak. Er is ook geen relatie met eten of ongesteldheid. Je ontlasting is niet veranderd, je poept zoals voor jou normaal is.
- Abdominale migraine; plotselinge hevige buikpijn die in periodes opkomt, en vaker dan tweemaal in zes maanden. De aanvallen duren langer dan een uur en herhalen zich. Verder zijn er geen alarmsignalen. De pijn kan in het midden van je buik zitten, maar ook op andere plekken of in je hele buik. De pijn is meestal heel erg, waardoor je geen andere dingen kunt doen. Je hebt abdominale migraine, als je ook nog twee van de volgende klachten hebt; misselijkheid, overgeven, een gebrek aan eetlust, bleek zien, lichtgevoeligheid of hoofdpijn.
Zijn er wel bepaalde criteria die bij functionele buikpijn horen?
We hebben de zogenaamde Rome-criteria, dat heet zo omdat experts op dit gebied van functionele ziektebeelden eens in de zoveel tijd in Rome bij elkaar komen. Dat zijn ziektebeelden zonder organische oorzaak, zoals huilbaby’s, spugen, buikpijn of obstipatie, dus functionele ziektebeelden. Op basis van die Rome-criteria onderscheiden we verschillende soorten buikpijn: functionele dyspepsie, klachten in de bovenbuik met soms zuurbranden of kinderen die moeilijk kunnen eten, functionele buikpijn niet nader omschreven. Dit laatste lijkt op het prikkelbare darm syndroom, maar de kinderen hebben normale ontlasting met normale consistentie, geen diarree en geen obstipatie. Dan zijn er nog de kinderen met het prikkelbare darm syndroom. Daar zijn verschillende types van: prikkelbare darm syndroom met obstipatie, dat zijn kinderen die buikpijn hebben, niet vaak ontlasting hebben en soms harde ontlasting; prikkelbare darm syndroom met buikpijn en diarree; en de moeilijkste groep (want moeilijk te behandelen) die de ene dag harde ontlasting heeft en de andere dag diarree. Een kind moet wel al ten minste twee maanden klachten hebben, anders kunnen we de diagnose niet stellen. Een ander criterium bij het prikkelbare darm syndroom is dat de buikpijn ook minder moet worden als het kind gepoept heeft. Dat kan harde ontlasting zijn of diarree. Wat ook in de criteria staat, is dat als het kind bijvoorbeeld zes maanden klachten heeft, het ontlastingspatroon bij het prikkelbare darm syndroom in die zes maanden ook veranderd moet zijn. Daarvoor had het kind een normaal patroon, daarna kreeg het kind buikpijn plus die verschillen in de consistentie van de ontlasting.
Functionele obstipatie komt ook regelmatig voor. Je hebt dan last van minstens twee van de volgende klachten; je ontlasting is hard en poepen is pijnlijk, je ontlasting is dik en groot, je poept minder dan twee keer per week of wat normaal voor je is, je poept minstens eens per week zonder dat je dat wil, er zit veel ontlasting in het laatste deel van je darm (rectum). De klachten duren al langer dan een maand, en je hebt het vaker dan eens per week.
Functionele buikpijn en wat je eraan kunt doen
Als de dokter denkt dat je functionele buikpijn hebt, zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Allereerst kan een goede uitleg je geruststellen, wat een positief effect heeft op je klachten. Als je meer weet over het belang van een goede leefstijl (hoeveel je beweegt, hoeveel en wanneer je slaapt, wat je eet en drinkt) en de omstandigheden die je stress geven, kun je bepaalde dingen aanpassen of veranderen, waardoor je klachten minder worden.
Wat zijn de behandelingsmogelijkheden?
Er zijn verschillende behandelingen mogelijk, dat overleggen we met de patiënten. Er lopen ook veel studies, zoals nu een met pepermuntolie. Dat is een natuurlijk product dat bij volwassenen lijkt te helpen bij buikpijn. Er loopt nu een studie waarbij we kijken naar de effecten van pepermuntolie of een Wilhelmina pepermuntje bij kinderen. Een andere behandeloptie is hypnotherapie. Daar was ik vroeger heel sceptisch over, maar het is het meest succesvolle dat ik in mijn werkzame leven gezien heb, 50-60% van de kinderen heeft baat bij hypnotherapie. Dat is wetenschappelijk heel goed uitgezocht. Via de website, hypnosebijbuikpijn.nl, kun je drie maanden lang een programma volgen en daar wordt meer dan de helft van de kinderen beter van. De meeste kinderen kunnen ook beter slapen met behulp van hypnotherapie. Ook een cognitieve gedragstherapeut of een kinderpsycholoog behoort tot de mogelijkheden als de ouders en het kind ervoor openstaan.
Staan ouders daar vaak niet voor open?
Met hypnotherapie hebben ze vaak geen moeite, maar als je een psycholoog noemt, dan zijn ouders bang dat wij denken dat het kind gek is. Maar dat heeft er helemaal niks mee te maken. Ook de psycholoog leert je met je buikpijnklachten om te gaan, met trucs om de buikpijn de baas te worden. Er zijn ook mensen die liever voor een dieet gaan, of ik het wel of niet een goed idee vind, doet er niet zo veel toe. Ik geef de verschillende opties en laat de ouders zelf kiezen wat zij denken dat het beste bij hun kind past. Ik stel ze gerust, want de meeste kinderen worden beter, al kan het lang duren. Ik laat ook duidelijk merken dat we precies weten waar we het over hebben, dat het een bestaand ziektebeeld is dat veel voorkomt. Dit alles in die 45 minuten.
Placebo’s werken dus?
Het is bekend dat het placebo-effect ook bij kinderen groot is. We hebben een studie gedaan naar buikpijn bij kinderen, en daar was het placebo-effect 41%. Dat benadrukt ook de kracht van het brein. Als je denkt dat je een goede behandeling krijgt, in een goed ziekenhuis, bij een goede dokter, dan is het placebo-effect ook groter.
Als na ongeveer een maand je klachten niet minder worden, dan kan de dokter overwegen om opnieuw onderzoek te doen. De dokter kan je ook voor een korte tijd pijnstilling voorschrijven (zoals paracetamol) of laxeermiddelen als je obstipatie hebt zoals Laxantia, zodat je ontlasting makkelijker gaat. Afhankelijk van je klachten kan de dokter ook oplosbare vezels of medicijnen tegen misselijkheid, zuurbranden of pijn voorschrijven.
Regelmatige controle is belangrijk, om te zien of de klachten verbeteren. Als dat na één à twee maanden niet het geval is, kun je een aanvullende behandeling nodig hebben.
Bij het prikkelbaar darmsyndroom, functionele buikpijn niet nader omschreven en functionele dyspepsie kunnen cognitieve gedragstherapie, hypnotherapie en pepermuntolie of probiotica zorgen voor minder pijnklachten. Soms kunnen ook een medicijn tegen darmkrampen of een antidepressivum helpen. Bij het prikkelbaar darmsyndroom zijn er medicijnen die de ontlasting stimuleren als je last hebt van obstipatie, of juist remmen, als je last hebt van diarree. Bij functionele dyspepsie kun je zuurremmers krijgen tegen het zuurbranden en bij abdominale migraine kunnen antimigrainemiddelen en pijnstilling zorgen voor minder pijnklachten.
Schrijf je ook medicijnen voor?
Je kunt gewoon paracetamol geven. Van ontstekingsremmers (NSAID’s) zijn wij geen voorstander, dus die geven we niet. Dan heb je nog de specifieke spasmolytica. Dat zijn medicijnen die de spieren rondom de darmen ontspannen, zoals Duspatal (mebeverine), dat werkt ook wel. Of het vanwege het placebo-effect is, weet ik niet. Er is ook een kortwerkend mebeverine-preparaat, dat heet Buscopan, dat ontspant direct. En dan is er pepermuntolie, een natuurlijk product dat we nu zelf testen. In de Verenigde Staten geven ze ook antidepressiva, in de vorm van amitriptyline, dat goed getest is bij kinderen en laat zien dat er een effect is van 60%. Serotonine is een belangrijk onderdeel van dat preparaat. In die studie in de Verenigde Staten was er alleen geen significant verschil tussen het placebo en de amitriptyline. Daar was het placebo-effect zelfs 60%. Daar kan geen geneesmiddel meer van winnen. Toch geef ik ook amitriptyline, maar pas in een latere fase in de behandeling. Ik geef eerst de voorkeursbehandeling en dan pas amitriptyline, terwijl de Amerikanen dat veel eerder geven. Het is ook een goede pijnstiller, maar als je zegt dat je een antidepressivum gaat geven, dan gaan ouders al fronzen. Hun kind is toch niet gek of depressief. Dus ik geef het echt pas aan het eind van de behandeling. Als ik wat voor de pijn moet geven, dan geef ik meestal mebeverine, maar dan moet ik daarnaast ook een laxerend middel geven. Heeft het kind diarree, dan moet ik daar wat aan doen. Je geeft dus nooit alleen een pijnstiller, maar altijd ook iets dat de ontlasting beïnvloedt.
Uitleg
Goede uitleg over functionele buikpijn kan helpen je klachten verminderen. Het kan je geruststellen als je weet dat je buikpijn door spanning komt, en niet door een ziekte. Als je weet welke factoren bij jouw buikpijn een rol spelen, kan er gezocht worden naar een oplossing, zoals het verminderen van spanning. Wat ook kan helpen is minder aandacht aan je klachten geven, zodat die naar andere, leuke en positieve dingen kan gaan.
Leefstijl
Soms kan het aanpassen van je leefstijl helpen. Gezond en gevarieerd eten met (extra) veel vezels, is altijd goed. En als je van sommige voedingsproducten (meer) buikklachten krijgt, bespreek dit dan met je arts of een diëtiste. Voldoende drinken, het liefst zonder suiker en veel bewegen is ook belangrijk. Net als genoeg goede slaap. Als je uitgerust bent ben je sterker en kun je meer verdragen. Aandacht voor hoe goed en hoe diep je slaapt, is dan ook een punt van aandacht.
Je hebt ook onderzoek gedaan naar het effect van diëten bij kinderen met functionele buikklachten?
Wat je ziet is dat er niet alleen veel verschil zit tussen de methoden van de verschillende studies, maar ook tussen de kenmerken van de patiënten. Sommige studies volgen de patiënten maar een week, sommige een jaar. Sommige vragen alleen hoe vaak de buikpijn voorkomt, andere vragen ook hoe erg de buikpijn is en gebruiken een buikpijndagboek. Door al die verschillen in die studies wordt het heel moeilijk om ze met elkaar te vergelijken, ze doen het allemaal net weer even anders. Daardoor is het moeilijk een conclusie te trekken.
Kun je er toch iets over zeggen?
De meeste studies gaan over het gebruik van vezels dan wel het gebruik van FODMAP. Er zijn vijf studies die het gebruik van vezels onderzoeken. Die laten wisselend gunstige resultaten zien. Vooral bij kinderen met het prikkelbare darm syndroom die geen last hebben van diarree. Dus mijn advies zou zijn om bij deze kinderen te starten met vezels. Het is een veilige behandeling, en goedkoop in gebruik. Het zijn oplosbare vezels, metamucil (psyllium vezels) is de merknaam waaronder het wordt verkocht of volcolon.
Hoe zit het met diëten?
Voor het prikkelbare darm syndroom is er het zogenaamde FODMAP-dieet. Het Martini ziekenhuis in Groningen heeft een mooie website gemaakt met informatie over de behandeling van het prikkelbare darm syndroom en dus ook informatie over het FODMAP-dieet. In het gewone FODMAP-dieet zitten veel suikers, maar als je een laag FODMAP-dieet gaat nemen, dan haal je die suikers eruit. Bijvoorbeeld fructose en lactose. Bij sommige mensen werkt dit dieet. Vooral als ze een bolle buik hebben, een opgeblazen gevoel en veel winderigheid, buikpijn en diarree. Dat kan te maken hebben met die suikers die in de dikke darm komen en daar gefermenteerd worden, en dat geeft gasproductie. Het is heel onzeker of het dieet helpt. En voor volwassenen en zeker voor kinderen is het heel moeilijk om zich aan het dieet te houden. Zelfs zo moeilijk dat als ze dit niet onder begeleiding doen, ze er zelfs anorexie van kunnen krijgen. Als je er dus voor kiest, doe het dan met een gespecialiseerde diëtist. Het dieet duurt acht weken en na die acht weken ga je de bestandsdelen die uit het dieet gehaald zijn weer langzaam invoeren.
Cognitieve gedragstherapie
Deze therapie leert je anders om te gaan met negatieve gedachten. En als je meer controle over je gedachten krijgt, heb je er minder last van. Je leert ook hoe je je kunt ontspannen, waardoor je beter om kunt gaan met spanningen en onrust. En dat heeft weer een positief effect op je buikpijn.
Hypnotherapie
Je krijgt bepaalde oefeningen waardoor je je heel goed kunt ontspannen. Ook leer je wat er met je lichaam gebeurt als je pijn hebt. Zo krijg je meer grip op je pijn, je darmen worden rustiger en de buikpijn wordt minder.
Een therapie die jij gebruikt is hypnose. Hoe werkt dat precies?
Vaak denken mensen als het over hypnose gaat aan de acts die zij op tv zien, maar dat is niet de hypnose die wij gebruiken. Medische hypnose gaat vooral over suggesties die je aan jezelf geeft, en die een therapeut voor je kan formuleren. Eigenlijk doet ieder mens wel een beetje aan zelfhypnose, maar vaak is dat negatieve zelfhypnose. We geven onszelf heel vaak de suggestie dat we iets niet kunnen, of dat we een kluns zijn. Als je dat maar iedere dag herhaalt, dan wordt dat de werkelijkheid. Als je de hele dag tegen jezelf zegt dat je moe bent, dan voel je je ook moe. Als je denkt dat je luizen hebt, dan krijg je jeuk. Wat we leren bij zelfhypnose, is om jezelf positieve suggesties te geven die gepaard gaan met positieve gevoelens. Als je tegen jezelf zegt: ‘wat voel ik me sterk en krachtig’, dan ga je dat ook voelen. Op die manier kun je ook invloed uitoefenen op je darmen. Angst heeft invloed op je darmen, dus als je iets doet aan die angst, worden je darmen ook weer rustig. Zelfhypnose betekent dus dat je het zelf doet. Daar heb je verschillende methodes voor. Daar kom ik zo op terug.
Wanneer start je met hypnotherapie bij de behandeling van functionele buikklachten?
In het Sint Antoniusziekenhuis beginnen we er tegenwoordig vaak direct mee. Het is echt een van de meest effectieve behandelingen. Als ik een kind krijg dat een waardeloos dieet heeft, zonder vezels en met priklimonade, dan begin ik daar natuurlijk eerst mee. Maar meestal heeft de huisarts daar al iets aan gedaan. In die gevallen is hypnotherapie een van de eerst behandelingen die we voorstellen als optie. Dat gaat altijd in overleg met ouders en kind. De tijd dat de dokter zegt wat je moet doen en dat dat klakkeloos opgevolgd wordt door patienten is gelukkig voorbij. Er zijn ook mensen die liever een pil willen en geen hypnotherapie. Dat kan uiteraard, dat is hun keuze.
Waar let je op tijdens die besprekingen met ouders en kind?
Ik let vooral op het karakter van het kind. Als het een angstig introvert kind is, dan kan het helpen als het zich wat sterker en steviger voelt. Dan is hypnose een heel logische eerste keus. Als er niet echt iets psychologisch is, maar als het kind bijvoorbeeld een buikgriep heeft gehad voordat het PDS heeft gekregen, dan pak je eerder probiotica of pepermuntoliecapsules. Het hangt dus een beetje af van het type kind. We geven steeds vaker een gepersonaliseerde behandeling bij prikkelbare darmen en functionele buikpijn. Er zijn zo veel verschillende oorzaken. Er is niet een ‘one size fits all’-oplossing voor dit probleem.
Benoem je ook de link tussen hersenen en darmen?
Altijd. Soms gebruik ik daar de Nederlandse taal voor. We hebben al eeuwenlang uitdrukkingen waarbij emoties gekoppeld zijn aan maag-darmklachten: ‘dit is niet te verteren’, ‘het komt m’n strot uit’, ‘ik heb een knoop in m’n maag’, ‘ik deed het in m’n broek van angst’ enz. Heel veel mensen begrijpen dan dat die relatie er is.
Hoe zie jij de toekomst voor hypnotherapie?
Ik denk dat bijna ieder ziekenhuis in Nederland dit nu aanbiedt aan patiënten (kinderen) met buikpijn. In Nederland is hypnotherapie dus echt verankerd in de zorg voor deze kinderen, en het gaat niet zomaar meer weg. Ook wordt het inmiddels gebruikt voor andere klachten, zoals hoofdpijn of vermoeidheid.
Gaat hypnotherapie een grotere rol spelen in de kindergeneeskunde?
Zeker! Hypnotherapie kun je gebruiken als een op zichzelf staande behandeling, maar het kan ook goed in combinatie met bijvoorbeeld medicijnen. Er is net een studie in Amerika gedaan bij kinderen met de ziekte van Crohn en kinderen met colitis ulcerosa. Naast alle medicijnen, en dat is echt wel nodig bij deze aandoeningen, ervaren deze kinderen minder stress als ze luisteren naar de hypnoseoefeningen. Dat heeft een positieve invloed op hun leven en op hun darmen.
Kun je het effect van hypnotherapie ook op een andere manier meten?
Er is een bekende test waarbij je een ballonnetje in het rectum (einddarm) van de patiënt plaatst en opblaast met een bepaalde druk. Als je dan tegelijkertijd een functionele MRI maakt van de hersenen, dan zie je dat bij patiënten met prikkelbare darmen het pijnsignaal veel sterker is dan bij mensen zonder buikklachten. Dus bij hetzelfde volume van dat ballonnetje en dezelfde druk, hebben ze meer pijnklachten. We weten door dit soort onderzoeken dat mensen met PDS dus overgevoelige darmen hebben ontwikkeld. In een studie bij volwassenen kregen zij hypnotherapie en herhaalden de onderzoekers de test met het ballonnetje. Ze zagen dat die overgevoeligheid was verdwenen. Ze zeggen wel eens dat hypnotherapie je leert om te gaan met de pijn. Nee, het is veel beter: de pijn zelf verdwijnt, de overgevoeligheid verdwijnt.
Medicijnen
Pijnstilling: in overleg met je dokter kun twee weken paracetamol slikken tegen de pijn. Daarna kun je samen kijken of het heeft gewerkt.
Tegen obstipatie: als je niet vaak genoeg poept of als de poep te dik en te vast is, dan kun je laxantia krijgen zodat de ontlasting weer beter loopt.
Tegen diarree: als je ontlasting te dun is en als je vaak moet, dan kunnen antidiarreemiddelen helpen. Het is belangrijk om zeker te weten of de diarree niet door obstipatie komt, want dan helpen de antidiarreemedicijnen juist niet.
Tegen darmkrampen: als de spieren rond je darmen veel samentrekken, heb je last van darmkrampen. Je kunt dan ook last hebben van winderigheid. Spasmolytica ontspannen de spieren rondom je darmen waardoor de krampen minder worden. Voorbeelden van spasmolytica zijn pepermuntolie en mebeverine.
Tegen misselijkheid: een anti-emeticum is een medicijn tegen misselijkheid. Maar omdat deze middelen ook op andere organen en weefsels in je lichaam werken, kun je last krijgen van bijwerkingen. De dokter kan je hierover advies geven.
Is chronische misselijkheid een serieuze klacht?
Naast buikpijn is chronische misselijkheid een veelvoorkomende klacht. In het onderzoek hebben we gekeken naar de impact van misselijkheid. Wat we zien is dat de kinderen die last hebben van buikpijn en misselijkheid het zwaarder hebben dan kinderen die alleen buikpijn hebben. Ze hebben nog meer schoolverzuim, nog meer angstklachten en scoren hun kwaliteit van leven lager. Op alle vlakken hebben kinderen met buikpijn én misselijkheid het zwaarder. Het is belangrijk dat zorgprofessionals bij buikpijnklachten, onderzoeken of er ook sprake is van misselijkheid. Zo ja, dan moet het kind ondersteund en behandeld worden, omdat de impact van die misselijkheid zo groot is. Je wil het kind in zijn geheel beter krijgen en daarom moet je oog hebben voor zowel de buikpijn als de misselijkheid. Het is belangrijk dat je de juiste behandeling inzet voor de juiste klacht.
Hoe behandel je die misselijkheid?
De behandeling gaat niet stapsgewijs, dat je eerst de misselijkheid aanpakt en dan de buikpijn. Belangrijk is dat je weet dat een kind ook misselijk is zodat je ook rekening kunt houden met eventuele specifieke angsten, zoals moeten braken op school. Dan kun je bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie of hypnotherapie voorschrijven. Er zijn ook medicijnen tegen de misselijkheid, maar het is niet zo dat je die medicijnen eerst geeft en dan kijkt wat er aan klachten overblijft. Je kunt met hypnotherapie heel goed zowel de functionele buikpijnklachten als de misselijkheid behandelen. De zorgprofessional moet oog hebben voor het geheel van de klachten en het als zodanig behandelen.
Antidepressiva: als je klachten moeilijk te behandelen zijn, kan een medicijn tegen depressie, zoals amitriptyline soms helpen. Het middel werkt onder andere op de verwerking van pijnprikkels, waardoor je minder pijn voelt.
Toekomst
Er wordt veel onderzoek gedaan naar functionele buikpijn. Eén van die onderzoeken gaat over het beïnvloeden van het microbioom door middel van een poeptransplantatie. In je dikke darm zitten bacteriën en micro-organismen. Zij vormen je darmflora, ook wel microbioom genoemd. Je microbioom bestaat uit nuttige bacteriën en micro-organismen die goed voor je zijn, en niet nuttige bacteriën en micro-organismen die niet goed voor je zijn. Je hebt bacteriën nodig voor het verteren van voedsel, het stimuleren van de darmbewegingen (motiliteit) en het afgeven van signalen naar de hersenen. Ook speelt je microbioom een belangrijke rol bij de ontwikkeling van je afweer. Het leert je afweersysteem welke bacteriën en micro-organismen in je darm goed of schadelijk voor je zijn. Iedereen bouwt zijn of haar eigen microbioom op, jouw microbioom is dus uniek. Als je veel verschillende bacteriën en micro-organismen in je darm hebt, en er een goede balans is tussen goede en slechte bacteriën, dan heb je een gezond microbioom en kan je spijsvertering goed verlopen. De samenstelling van je microbioom kan veranderen door je omgeving en door het voedsel dat je eet. Meestal herstelt het zich vanzelf, maar soms is een microbioom zo veranderd, dat je er last van krijgt. Er wordt veel onderzoek gedaan naar wat het microbioom en buikpijn met elkaar te maken hebben. Bijvoorbeeld of een poeptransplantatie met een gezond microbioom kan helpen bij functionele buikpijn. Er zijn al kinderen bij wie het eigen microbioom is vervangen door het microbioom van een gezonde donor, maar de resultaten hiervan zijn nog niet bekend. Daarvoor is het nog te vroeg.
Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen?
De nieuwste ontwikkeling is niet een pil, maar een poeptransplantatie. We hebben net een studie afgerond onder kinderen met de meest ernstige vorm van het prikkelbare darm syndroom. De helft van de kinderen kreeg de eigen ontlasting, de andere helft die van een gezonde donor. Dat ging via een slangetje via de dunne darm. Best een belastende behandeling, maar de resultaten zijn heel hoopgevend. Als je de totale darmflora van een gezond iemand krijgt, heb je meer kans dat je daar beter van wordt. In het AMC kunnen we die ontlasting nu vriesdrogen en in een capsule doen, dat gaat veel makkelijker. Maar er is veel geld voor nodig om dat bij kinderen te gaan testen. Buikpijn is tenslotte een heel belangrijk symptoom bij kinderen, met veel schoolverzuim en veel werkverzuim bij de ouders als gevolg, met een grote impact op het gezin en omgeving. Dus dit onderzoek naar een niet-belastende therapie zouden we daarom heel graag doen.