Veelgestelde vraag
Wat wordt onderzocht bij een ontwikkelingsonderzoek?
Er zijn verschillende ontwikkelingsonderzoeken, vaak wordt gebruikgemaakt van de Nederlandse versie van de Bayley Scales of Infant and Toddler Development, BSID. BSID onderzoekt je ontwikkeling op vijf terreinen: cognitie, spraak-taalontwikkeling, motorische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en adaptief gedrag (aanpassingsgedrag). Als er iets opvalt, kan aanvullend onderzoek worden gedaan. Zo’n extra test of onderzoek kan meer informatie geven, zodat duidelijk wordt wat er precies aan de hand is. Bij je ontwikkeling spelen meerdere factoren een rol die elkaar beïnvloeden. Als je bijvoorbeeld moeite hebt met praten, kan dat ook komen omdat je minder goed hoort. En moeite met cognitieve taken (bv. het leggen van puzzels) kan ook komen door aandachtsproblemen of problemen met je motorische ontwikkeling.
Ook interessant
- Hoe wordt de ontwikkeling onderzocht?
- Welke ontwikkelingsproblemen kun je hebben na vroeggeboorte?
- Welke aandachtspunten in de lichamelijke ontwikkeling zijn er voor tieners of jongvolwassenen na een vroeggeboorte?
- Welke problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling kun je ervaren als tiener of jongvolwassene, na een vroeggeboorte?
- Welke problemen kun je als tiener of jongvolwassene ervaren na een vroeggeboorte?
- Heeft de gezondheid van de moeder effect op de ontwikkeling van de foetus?
- Zijn er naast vroeggeboorte andere oorzaken waardoor prikkelverwerking anders kan verlopen?
- Waar wordt naar gekeken bij de follow-up via LNF?
- Wanneer is de fysiotherapeut betrokken bij neonatale follow-up?
- Waardoor kan een prematuur moeite hebben met het verdragen of verwerken van voeding?
Jouw antwoord nog niet gevonden?
Op de Cyberpoli kan je jouw vraag stellen aan een deskundige!
Stel je vraagOpvolgende vragen
- Hoe vaak moet je op controle komen bij de follow-up via LNF?
- Hoe verloopt de ontwikkeling, van baby tot kind tot zelfredzaamheid?
- Hoe wordt de ontwikkeling onderzocht?
- Krijg je altijd problemen na een vroeggeboorte?
- Krijgt iedereen ontwikkelingsproblemen na vroeggeboorte?
- Waar wordt naar gekeken bij de follow-up via LNF?
- Waarom is follow-up belangrijk voor een te vroeg geboren baby?
- Waarom is regelmatige controle na een vroeggeboorte belangrijk?
- Wanneer is de fysiotherapeut betrokken bij neonatale follow-up?
- Wanneer is de psycholoog betrokken bij neonatale follow-up?
- Wat is de rol van de kinderfysiotherapeut?
- Wat is de rol van de psycholoog bij neonatale follow-up?
- Wat is follow-up?
- Wat is het ToP-programma?
- Wat is Landelijke Neonatale Follow-up, LNF?
- Wat wordt er onderzocht door de fysiotherapeut bij neonatale follow-up?
- Wat wordt onderzocht bij een ontwikkelingsonderzoek?
- Wat zijn late gevolgen?
- Wat zijn vroege gevolgen?
- Welke behandeling of begeleiding kun je krijgen als er psychologische gevolgen zijn na vroeggeboorte?
- Welke ontwikkelingsproblemen kun je hebben na vroeggeboorte?
- Welke problemen kan een fysiotherapeut opsporen bij neonatale follow-up?
- Welke psychologische gevolgen kunnen voorkomen na vroeggeboorte?
- Wie komt er in aanmerking voor LNF?
- Zijn de problemen en gevolgen voor iedereen anders?