Zo check je je bloedstolling

Als je een behandeling krijgt op basis van vitamine K-antagonisten (coumarines), dan wordt je bloed regelmatig gecontroleerd door de trombosedienst. Dan doen ze om te kijken of jouw bloedstollingwaarde (INR) goed is, dus of je bloed niet te snel en niet te langzaam stolt, en of je medicatie-dosis nog bij je past.

Het grote voordeel daarvan is, dat je precies weet hoe goed jouw antistollingsmiddelen werken. Als je kiest voor een zelfmeetbehandeling, dan hoef je niet per se naar het ziekenhuis voor die controle. Dan meet je je INR-waarde gewoon zelf.

Voordelen trombose zelfzorg

Welke antistollingsbehandeling je krijgt, is afhankelijk van meerdere factoren. Ben je verder gezond? Ben je therapietrouw, dus ben je zelfstandig in staat om elke keer op tijd de voorgeschreven dosering te nemen? Ben je wel of niet allergisch voor een bepaald type (werkzame stof in) antistollingsmedicatie?

Als je in overleg met jouw specialist kiest voor een zelfzorgbehandeling op basis van coumarines, dan zijn er een aantal belangrijke voordelen:

  1. Je leert veel over trombose en hoe je lichaam werkt
  2. Je kunt zelf je INR in de gaten houden
  3. Je krijgt altijd precies de goede hoeveelheid antistollingsmedicatie
  4. Het kost minder tijd dan wanneer je je INR in het ziekenhuis laat meten
  5. Je kunt overal (ter wereld) meten
  6. Je regelt alles online
  7. Er staan 24/7 zorgprofessionals klaar om je te helpen
  8. Je vergeet minder snel je antistollingsmiddel (op tijd) te nemen

Voor jong en oud

Trombose zelfzorg is geschikt voor bijna iedereen, van 8 tot 88 (en ouder). Enige voorwaarde is wel dat je alle handelingen zelf uit kunt voeren. Ben je bijvoorbeeld blind of slechtziend, of verminderd taalvaardig? Dan is het waarschijnlijk beter dat je je bloed door een medewerker in het ziekenhuis laat controleren, of kiest voor een behandeling met DOAC’s (direct werkende anticoagulantia). Heb je geen noemenswaardige beperkingen? Dan staat niets je in de weg om te gaan zelfmeten.

Hoe trombose zelfzorg werkt

De Nationale Trombose Dienst (NTD) is de grootste online trombosedienst van Nederland en gespecialiseerd in zelfzorg bij trombose. En dit is hoe het werkt:

  1. Je controleert je INR met behulp van een speciale prikpen, via een vingerprik. De naald is dun en de prik snel, dus je voelt er eigenlijk niets van;
  2. Je geeft de INR-waarde door via de website van de NTD;
  3. Zorgprofessionals checken de door jou ingevoerde INR-waarde en eventuele bijzonderheden die je hebt doorgegeven;
  4. Zij stellen de juiste dosering (het aantal tabletten dat je moet innemen) vast en zetten dat in jouw online dossier;
  5. Je neemt de aangegeven hoeveelheid antistollingsmiddelen in.

Je hoeft dan nooit meer naar een prikpost of trombosedienst toe, ook niet voor de verplichte korte e-learning/cursus die erbij hoort. Die doe je voordat je met je zelfbehandeling begint, volledig online en op jouw eigen tijd en tempo.

Je kunt op elk moment starten met trombose zelfzorg, er is geen wachtlijst. Dus ben je geslaagd voor de test? Dan kun je na een kort huisbezoek van een zelfzorgverpleegkundige, die alles nog even met je doorneemt, meteen aan de slag met zelfmeten.

Volledig vergoed

Trombose Zelfzorg van de NTD valt onder je basisverzekering. Dat betekent dat jouw zorgverzekeringsmaatschappij alles vergoed, zij de trombosedienst rechtstreeks betalen.

Ben je 18 jaar of ouder? Houd er dan rekening mee dat jij (of je ouders) de eerste € 385 aan zorgkosten zelf moet(en) betalen. Dat wettelijk verplichte ‘eigen risico’ geldt voor vrijwel elke vorm van zorg (hoogte eigen risco 2024).

Wat vinden andere jongeren van trombose zelfzorg?

De voordelen van trombose zelfzorg volgens anderen:

‘Het geeft me een gevoel van controle over mijn gezondheid.’ ‘Ideaal. Ik hoef nooit meer naar de prikpost om mijn INR te laten meten.’ ‘Superfijn om te weten of mijn bloedstolling oké is.’ ‘Een vingerprik is véél fijner dan zo’n naald in je arm.’ ‘Bij de prikpost zit je meestal tussen zieke, oude mensen. Dat is niet erg, maar niet leuk om steeds mee geconfronteerd te worden.’