Wat is diabetes?
Je hebt de ziekte diabetes. Dat betekent dat je iedere dag moet prikken en insuline moet spuiten en dat je niet zo maar alles kunt eten wat je wilt. Leuk is anders, maar als je je goed aan de regels houdt, kun je gewoon hetzelfde doen als iedereen.
Diabetes mellitus wordt ook wel suikerziekte genoemd. Als je diabetes hebt is de hoeveelheid suiker (glucose) in je bloed namelijk te hoog. En omdat je nieren al die glucose niet kunnen verwerken komt er glucose (suiker) in je urine terecht. Glucose trekt water mee, waardoor je heel veel urine aanmaakt en je veel en vaak moet plassen. Zo verlies je veel vocht en droog je uit, waardoor je de hele tijd dorst hebt. Als je diabetes hebt en je wordt nog niet behandeld, wil je daardoor veel en vaak drinken.
Diabetes is een chronische aandoening, je kunt er dus niet van genezen. Maar er wordt wereldwijd veel onderzoek naar gedaan, dus misschien kan het in de toekomst wel.
Hormonen zijn stoffen die door cellen of organen worden gemaakt en daarna worden afgegeven in je bloedbaan. Ze kunnen hierdoor op een andere plek in het lichaam bepaalde acties in gang zetten. Dit geldt ook voor het hormoon insuline, het zorgt ervoor dat glucose in de cellen kan worden opgenomen. Insuline werkt als een sleutel die de deur in de lichaamscel opent waardoor glucose naar binnen kan gaan. De lichaamscel heeft een soort sleutelgat (een receptor), waar de insuline precies in past.
Tekst: Marloes Vegelin
Revisie: Joost Rotteveel
Animaties: Caroline Ruigrok
Redactie: Paulette Mostart
Diabetes is een chronische aandoening, je kunt er dus niet van genezen. Maar er wordt wereldwijd veel onderzoek naar gedaan, dus misschien kan het in de toekomst wel.
Wat is insuline?
Insuline is een hormoon dat helpt bij de opname van glucose in je lichaam. Het wordt aangemaakt in je alvleesklier, ook wel pancreas genoemd. De alvleesklier maakt hormonen en enzymen aan. In een speciaal gebied van de alvleesklier liggen de eilandjes van Langerhans met speciale cellen (bèta- en alfacellen) die de hormonen aanmaken. De bètacellen maken insuline aan en de alfacellen glucagon.Hormonen zijn stoffen die door cellen of organen worden gemaakt en daarna worden afgegeven in je bloedbaan. Ze kunnen hierdoor op een andere plek in het lichaam bepaalde acties in gang zetten. Dit geldt ook voor het hormoon insuline, het zorgt ervoor dat glucose in de cellen kan worden opgenomen. Insuline werkt als een sleutel die de deur in de lichaamscel opent waardoor glucose naar binnen kan gaan. De lichaamscel heeft een soort sleutelgat (een receptor), waar de insuline precies in past.
Tekst: Marloes Vegelin
Revisie: Joost Rotteveel
Animaties: Caroline Ruigrok
Redactie: Paulette Mostart