Hoe kun je hiv overdragen?

Hiv kan wel overgedragen worden als een van de volgende hiv-positieve lichaamsvloeistoffen in het lichaam van een ander terechtkomt:

  • Bloed, ook menstruatiebloed.
  • Sperma en voorvocht.
  • Vaginaal vocht.

Hiv kan niet overgedragen worden door:

  • Hoesten en niezen.
  • Handen geven, knuffelen en zoenen.
  • Tranen, speeksel, zweet, braaksel, urine en ontlasting, tenzij er bloed bij zit.
  • Drinken uit hetzelfde glas of kopje, of eten met hetzelfde bestek.
  • Het delen van een sauna, douche of toilet.
  • Zwemmen in hetzelfde zwembad.
  • Insectenbeten.
  • Bellen met dezelfde telefoon.
  • Contact met een gave huid zonder wondjes.

Wanneer is er risico op hiv-overdracht?

Dit is bij rechtstreeks bloed-bloed- en/of bloed-spermacontact.

Seksueel

  • Door onveilige anale, vaginale óf orale seks zonder condoom. Onveilige orale seks betekent wanneer er sperma of bloed, bijvoorbeeld menstruatiebloed, in de mond van de ander komt.
  • Door een ongeluk met een condoom; het is gescheurd of het is achtergebleven.

Lees een gedetailleerd overzicht van de kans op hiv, andere soa’s en zwangerschap bij verschillende handelingen op soaaids.nl.

Prikaccidenten

  • Doordat iemand zich geprikt heeft aan een naald die door iemand is gebruikt die hiv-positief is.

Snijd- en bijtaccidenten

  • Wanneer iemand zich gesneden heeft aan een mes waaraan bloed zit van iemand met hiv, bijvoorbeeld bij gezamenlijk gebruik van scheermessen.
  • Wanneer er sprake is van bijten of gebeten worden door iemand met hiv.

Verwonding

  • Wanneer bloed van iemand met hiv in een wond van een ander is gekomen.

Anders

  • Bijvoorbeeld bij gezamenlijk gebruik van tandenborstels (alleen bij wondjes of bloedend tandvlees).
  • Bij zwangerschap, bevalling en borstvoeding is er kans dat de baby met hiv geïnfecteerd wordt.

Als je naast een hiv-infectie ook nog een seksueel overdraagbare aandoening (soa) hebt, is de kans op overdracht van hiv groter. Dat komt omdat een soa vaak zorgt voor kwetsbaar slijmvlies met kleine wondjes. Bovendien verhoogt een soa het aantal hiv-deeltjes. En juist bij wondjes heb je ‘lokaal’ meer afweercellen (CD4-cellen) waar het hiv nu precies naartoe gaat.

Het risico op overdracht van hiv is veel kleiner bij een ondetecteerbare viral load. De hoeveelheid hiv-deeltjes in het bloed, maar ook in sperma en vaginaal vocht, is dan heel laag. Neem bij risico op overdracht altijd zo snel mogelijk contact op met je eigen ziekenhuis of met de GGD of een Eerste Hulp van een ander ziekenhuis. Er zal dan bekeken worden hoe hoog het risico op overdracht is geweest om te besluiten of degene die risico heeft gelopen een PEP-behandeling (post exposure profylaxe) moet krijgen. PEP is eigenlijk te vergelijken met de ‘morning after pil’, alleen dan hier om het risico op een hiv-infectie te verkleinen.

Medicijnen om besmetting te voorkomen ná contact met hiv

Als je onbeschermd seksueel contact hebt gehad of een prikongelukje terwijl de ander hiv-geïnfecteerd is, overleg dan zo snel mogelijk met je behandelaar. Als je zelf geen hiv-infectie hebt, kun je post exposure profylaxe (PEP) (een behandeling met anti-hiv-medicijnen) krijgen. Als je hier meteen mee begint verklein je de kans om een hiv-infectie op te lopen. Je moet uiterlijk binnen 72 uur na het seksueel contact starten, maar liefst al eerder. Ook moet er op meerdere momenten bloed afgenomen worden om te kijken of je een hiv-infectie hebt opgelopen. Tot de uitslag definitief is, moet je PEP gebruiken. Hierdoor duurt de behandeling enkele weken. Omdat de behandeling ook negatieve bijwerkingen heeft, moet het risico goed ingeschat worden. Je moet dus goed nadenken voordat je met PEP begint.

Beter beschermd tegen hiv met PrEP?

Heb je een vriend of vriendin met hiv en heb je zelf geen hiv? Dan mag je geen onbeschermd seksueel contact hebben. Maar er wordt nu onderzoek gedaan naar een behandeling die aanvullende bescherming geeft, deze behandeling heet PrEP (pre exposure profylaxe). Als je PrEP slikt vóórdat je onbeschermd seksueel contact hebt met iemand die seropositief is, kun je het risico om hiv te krijgen verkleinen. De GGD adviseert om naast PrEP wel condooms te blijven gebruiken, ook om andere seksueel overdraagbare aandoeningen te voorkomen.

De GGD in Amsterdam start eind 2014 een proef onder mannen zonder hiv die seks hebben met mannen met hiv. Het is dus nog geen standaardbehandeling. Wereldwijd is er al meer ervaring met PrEP. De WHO verwacht dat bij trouw slikken het besmettingsrisico fors zal afnemen. Het aantal nieuwe hiv-gevallen binnen deze groep kan hierdoor verminderen.