Sara(29), moeder van Amos(4) en Noam(2)
Hij is heel erg op menselijk contact gericht, heel communicatief en heeft een heel sterk karakter. […]Met 2,5 jaar ging hij naar de peuterspeelzaal en toen zijn we ook gestart met Leespraat, een methode waarbij je het kind helpt in zijn taalontwikkeling door hem eerst te leren lezen. Je biedt de taal visueel aan, waardoor hij net beter kan begrijpen. Dat sloeg erg aan. Inmiddels kan hij kleine zinnetjes lezen en in de loop van de tijd heeft hij door Leespraat ook een sprong vooruit gemaakt in zijn taalontwikkeling. Hij is beter gaan praten en articuleren, ik begrijp hem heel goed, al praat hij voor veel mensen nog onduidelijk. Ik heb er veel vertrouwen in.
Hilde(46), moeder van Teun(8)
Het eerste jaar ging het eigenlijk wel goed, maar we kwamen al vrij snel bij een logopediste en een fysiotherapeut. Bij die laatste is hij een jaar geweest, en de logopediste heeft hij nog steeds. [..] Ik had ook contact met de stichting Scope en deed ook een cursus gebarentaal voor mensen met een beperking. Een aangepaste versimpelde versie van de Nederlandse gebarentaal. Daar hebben we heel veel baat bij gehad en Teun ook.
Annemieke(35), moeder van Fenna(4,5)
Vanaf één jaar begonnen we met logopedie en fysiotherapie, dat is een beetje standaard. [..]En vanaf drie jaar oefende ze wekelijks Leespraat en kreeg ze extra ondersteuning op het Kinderdagverblijf ter voorbereiding op school. [..] Nu ze naar school gaat, zijn we gestopt met fysio en speelleergroepje. We focussen op school en alles rond communicatie. Praten gaat steeds beter en duidelijker, ze zegt steeds meer na en maakt drie- en vierwoordzinnen. We spelen spelletjes die de communicatie kunnen stimuleren. En de iPad is favoriet. Onze logopediste tipt welke app’s goed en leuk zijn.
Fatima(40), moeder van Malak(2)
Haar spraakontwikkeling moet gestimuleerd worden. Ze doet heel veel gebarentaal. Ik heb een cursus gedaan voor gebarentaal en heb ook materialen voor haar gekocht, dvd’s met gebaren. Dan herkent ze het woord en het gebaar erbij. Ze praat nog niet, dat moet nog komen. Ze wordt met twee talen opgevoed. Dat snapt ze allebei en daar zijn we trots op.
Jacob(38), vader van Alicia(4)
We proberen zo veel mogelijk normaal met haar te praten, en haar met woorden te stimuleren. Mijn vrouw is Spaanstalig en we voeden haar tweetalig op. Dat hebben we met het ziekenhuis overlegd en het was geen probleem. Met haar moeder en de au pair die ook Spaanstalig is, praat ze Spaans. Op de crèche is het Nederlands en met mij ook. Ze heeft een grote woordenschat. Maar ze gebruikt maar een woordje en daarmee maakt ze duidelijk wat ze wil. Ze maakt nog geen zinnen. Ze begrijpt alles. Nederlands en Spaans. Ze kiest het woord dat ze het meest hoort of het gemakkelijkst is. Wij zijn net met Leespraat begonnen. Het is een andere manier van spraak ontwikkelen, meer op herkenning en niet met lettergrepen. Het is voor mij nog heel nieuw. De specialisten reiken je dingen aan die je kunt doen en daar moet je zelf mee gaan oefenen.
Nadia(35), moeder van Bilal(2)
Op school leert hij Nederlands ondersteund met gebaren die ze vaak gebruiken voor kinderen met Downsyndroom. De ouders krijgen filmpjes met de gebaren die ze op school behandelen. En we hebben een kalender waar iedere keer twee gebaren toegelicht worden. Hij doet ze niet 100% na, een aantal kent hij goed, een aantal vaag, maar hij kan zichzelf wel duidelijk maken. Dat was het frustrerende die eerste paar jaar. Je kon hem niet begrijpen
Wilma(42), moeder van Noortje(2)
Praten doet ze nog niet. Ze pakt gebaren op, dus ze kan zich steeds beter duidelijk maken. We hebben een cursus gevolgd bij een logopediste en hebben een boek en dvd’s. Ze begrijpt heel veel, maar kan niet zeggen wat ze wil. Dan zie je dat ze heel snel gefrustreerd raakt. Met gebarentaal hopen we dat te kunnen voorkomen.