Translocatie
Bij een translocatie verplaatst, kort na de bevruchting, een deel van chromosoom 21 zich naar een ander chromosoom. Meestal is dat chromosoom nummer 14. Deze verplaatsing is in ongeveer 50% van de gevallen erfelijk. Eén van de ouders is dan drager. Dit betekent dat het syndroom bij hem of haar niet tot uiting is gekomen. Genetisch onderzoek is bij een volgende zwangerschap nodig om kans op herhaling uit te sluiten.
Bij een translocatie verplaatst, kort na de bevruchting, een deel van chromosoom 21 zich naar een ander chromosoom. Meestal is dat chromosoom nummer 14. Deze verplaatsing is in ongeveer 50% van de gevallen erfelijk. Eén van de ouders is dan drager. Dit betekent dat het syndroom bij hem of haar niet tot uiting is gekomen. Genetisch onderzoek is bij een volgende zwangerschap nodig om kans op herhaling uit te sluiten.