Veelgestelde vraag
Welke andere opties zijn er als anti-afstotingsmedicijnen te veel bijwerkingen geven?
Als Cellcept® heel veel diarree geeft, kun je een middel krijgen dat we vroeger gebruikten, Imuran® (azathioprine). Als je Prograft® niet verdraagt, kun je sirolimus of everolimus (mTOR-remmers) krijgen. Soms krijg je minder Prograft® en combineer je het met een mTOR-remmer of weer prednison. Voor de operatie weet je niet of je bepaalde medicijnen wel of niet verdraagt. Dat heeft onder andere te maken met hoe je lever de medicijnen afbreekt. Als ze bijna niet worden afgebroken, heb je een lagere dosering nodig, en als ze wel goed worden afgebroken, moet je juist een hoge dosering krijgen. Daarom heeft de een meer last heeft van bijwerkingen dan de ander. Ieder kind krijgt een persoonlijke behandeling en moet regelmatig op controle komen.
Ook interessant
- Welke bijwerkingen van anti-afstotingsmedicijnen kunnen optreden na niertransplantatie?
- Welke behandeling krijgen kinderen met minimal change disease?
- Waar kun je last van krijgen als je nieren niet goed werken?
- Hoe verloopt de behandeling met medicijnen om afstoting te voorkomen voor en na een niertransplantatie?
- Hoe is het verloop van het syndroom van Alport?
- Welke infecties kunnen optreden na een niertransplantatie?
- Welke complicaties kunnen optreden na een niertransplantatie?
- Wat kun je zelf doen om je nierfunctie zo goed mogelijk te houden?
- Waaruit bestaat de voorbereiding voor een niertransplantatie?
- Hoe kun je de afstoting van de getransplanteerde nier behandelen?
Jouw antwoord nog niet gevonden?
Op de Cyberpoli kan je jouw vraag stellen aan een deskundige!
Stel je vraagOpvolgende vragen
- Hoe belangrijk is het om de medicijnen in te nemen?
- Hoe groot is de kans op afstoting na een niertransplantatie?
- Hoe kun je de afstoting van de getransplanteerde nier behandelen?
- Hoe kun je je kansen op school en op werk vergroten na een niertransplantatie?
- Hoe lang moet je als kind wachten op een donornier?
- Hoe staat het met de bijwerking van de medicijnen die afstoting moeten voorkomen na een niertransplantatie?
- Hoe verloopt de behandeling en begeleiding na de niertransplantatie?
- Hoe verloopt de behandeling met medicijnen om afstoting te voorkomen voor en na een niertransplantatie?
- Hoe wordt de nier getransplanteerd (de operatie)?
- Hoeveel mag je drinken na een niertransplantatie?
- Kan de ziekte die je had voor de niertransplantatie weer terugkomen in de getransplanteerde nier?
- Kun je sporten na een niertransplantatie?
- Met welke medicijnen kun je afstoting (rejectie) van de getransplanteerde nier voorkomen?
- Van wie kun je een donornier krijgen?
- Waarom is medicatie innemen een probleem?
- Waaruit bestaat de voorbereiding voor een niertransplantatie?
- Wanneer kom je in aanmerking voor een niertransplantatie?
- Wat is het risico op trombose en hoe kan dat voorkomen worden na een niertransplantatie?
- Welke andere opties zijn er als anti-afstotingsmedicijnen te veel bijwerkingen geven?
- Welke andere voorzorgsmaatregelen kun je nemen om gezond te blijven?
- Welke bijwerkingen van anti-afstotingsmedicijnen kunnen optreden na niertransplantatie?
- Welke complicaties kunnen optreden na een niertransplantatie?
- Welke infecties kunnen optreden na een niertransplantatie?
Andere categorieën
- Acute tubulusnecrose
- Algemeen
- Andere oorzaken van nierbeschadiging
- Beeldvorming van de nier en andere diagnostiek
- Behandeling
- Chronische nierinsufficiëntie
- Erfelijke nieraandoeningen
- Geboortedefecten van de nieren en aangeboren afwijkingen aan de urinewegen
- Glomerulonefritis
- Je nieren werken niet goed
- Nefrotisch syndroom
- Nierfunctievervanging
- Niertransplantatie
- Opbouw en werking
- Systeemziekten